Met lange tanden zegde de minister aanvankelijk in commissieverband toe voor 1 juni de Kamer in een notitie op hoofdlijnen in te lichten. Een notitie is geen kabinetsbesluit, betoogde de minister. „We praten over lucht." In een aansluitende plenaire zitting over een desbetreffende motie liet ze weten dat ze geen trek heeft in zo’n notitie en het bijbehorende debat.

De motie, van PvdA–Kamerlid Dijksma, werd later toch met een ruime meerderheid aangenomen. Daardoor ontkomt Peijs bijna niet aan de wens van de Kamer.

De bewindsvrouw had de Kamer maandag in een kort briefje laten weten dat de bewuste Nota Mobiliteit na de zomer klaar is, in plaats van in juni. Zij wil vooral provincies en gemeenten, die ze moet raadplegen, meer voorbereidingstijd geven. Dat argument overtuigde de fracties niet, die vielen over de zoveelste vertraging van de mobiliteitsplannen. Onaanvaardbaar, zeiden diverse fractiewoordvoerders in koor, onder wie die van de regeringspartijen VVD en D66.

Kamerlid Van Hijum van Peijs’ eigen CDA bestreed haar uitlatingen dat het uitstel zonder gevolgen blijft voor verkeersprojecten. Hij noemde in het bijzonder de aanleg van de ’verlengde’ A4 vlak ten zuiden Rotterdam. Van Hijum steunde de motie, net als zijn VVD– en D66–collega’s.

De minister verklaarde dat het uitstel mede komt doordat de dinsdag verschenen Nota Ruimte maanden op zich heeft laten wachten. „Ik schuif mee." Die nota bevat naar haar zeggen trouwens al de hoofdlijnen van haar mobiliteitsplannen. Die zouden anders in oktober komen. Daar namen fracties echter geen genoegen mee, net zo min als met een daaropvolgende toezegging van de minister om de Kamer alvast te informeren over het spoor. „Het zou slecht zijn om een plukje eruit te halen", stelde PvdA’ster Dijksma.