De rechtbank legde de 62-jarige GGD-arts Reinier D. een werkstraf op van 180 uur. De arts werd in juli 2013 ingeschakeld nadat de weduwe Tillema-Hanf dood onder aan de trap van haar herenhuis in Zwolle was aangetroffen. Mede op basis van informatie van de huisarts concludeerde D. een natuurlijke dood. Dagen later werd ontdekt dat de bankrekening van de weduwe geplunderd was door de man die haar hielp met haar computer. Hij is in 2014 tot elf jaar cel veroordeeld voor het doodslaan van de vrouw.

Het Openbaar Ministerie betwijfelde of D. de huisarts om medische informatie had gebeld en meende dat D. hierover tijdens het verhoor in de rechtszaal gelogen had. Het OM had 120 uur werkstraf en 2 maanden cel voorwaardelijk geëist.

De GGD-arts werd als deskundige kritisch aan de tand gevoeld tijdens het verhoor in de moordzaak. Deskundigen twijfelden namelijk ernstig aan zijn conclusie. Toen meldde hij voor het eerst dat hij voor de conclusie voor de doodsoorzaak medische informatie had gekregen van de huisarts van het slachtoffer. Geen van de huisartsen van de praktijk zegt de schouwarts gesproken te hebben, aldus de rechtbank.

Het OM hield rekening met reputatieschade voor de arts. De officier noemde het eerder ondenkbaar dat hij hierna nog optreedt als forensisch arts.