Doe mee en win een spel
November. Buiten valt weinig meer te beleven. Daar is het koud en donker en regent het dat het giet. Tijd voor een spelletje aan tafel – Dokter Bibber, Carcassonne, scrabble of stratego, bijvoorbeeld. Wie doet dat eigenlijk nog? Of hebt u er alleen maar (goede) herinneringen aan? Welk spel zou u nog weleens willen spelen, en met wie? Schrijf uw mooiste ervaring, dierbare herinnering of wens op in maximaal 300 woorden. Stuur als het kan een foto mee: per mail naar consument@refdag.nl; of per post naar Reformatorisch Dagblad, t.a.v. Pluspuntredactie, Postbus 670, 7300 AR Apeldoorn.
Een selectie van de inzendingen plaatsen we in december in Pluspunt. Spellenfabrikant Hasbro stelt een paar mooie spellen beschikbaar voor de meest aansprekende inzendingen.
In de ban van een spel
Even is het kartonnen bord op tafel de wereld. En dat rode pionnetje, dat ben jij. Winnen is het enige doel. Maar gracieus verliezen is zo mogelijk een nog grotere kunst.
„Ga maar een spelletje doen.” Vroeger, toen niemand nog van computers gehoord had, gold een potje mens-erger-je-niet of Risk als een probaat middel tegen kerstvakantieverveling. Buiten was er niets te beleven en binnen was het enige alternatief een boek lezen – maar daar kun je op den duur ook aardig lamlendig van worden.
Dat sommige mensen –eenmaal volwassen– absoluut niet van spelletjes houden, zou dat te maken hebben met een lichte vorm van een jeugdtrauma? Vanwege die verplichte uurtjes rond de keukentafel? In ieder geval bestaan ze: spelletjeshaters.
Maar het zou zomaar kunnen dat ze een minderheid zijn. Als je tijdens een vakantie met vrienden of op een nieuwjaarsdag met familie voorstelt om een potje Kolonisten van Catan of Risk te doen, heb je zo een team bij elkaar.
Tijdelijke wereld
Het is eigenlijk best bijzonder hoe eenvoudig het is om je te verliezen in een traag, ouderwets spelletje. Meer dan een bord, wat pionnetjes en een dobbelsteen heb je niet nodig. Na een paar beurten is het al zover. Je gaat op in een zelfgeschapen tijdelijke wereld met maar één doel: de tegenstander(s) te snel of te slim af zijn.
Onvermijdelijk lopen de emoties daarbij al snel hoog op. Het maakt niet uit of de deelnemers 10, 30 of 50 zijn. Bovendien vliegt de tijd, zelfs al duurt het bij een ouderwets bordspel soms best lang voor je weer aan de beurt bent. Want er moet worden nagedacht over de beste strategie en er moeten legers of grondstoffen worden geteld. Of je wilt zeker weten dat je met de beschikbare letters het best renderende woord op tafel legt.
Het leukst is het natuurlijk als je aan de winnende hand bent. Maar eigenlijk is de medespeler die onder ligt maar toch de moed erin houdt degene die zorgt dat het spannend blijft. Als die het bijltje erbij neergooit, kun je net zo goed gelijk stoppen. Gracieus verliezen is een kunst.
Zo’n spelletje roept, als je er gevoelig voor bent, primitieve reflexen op in een mens. En het fijne is: zolang een potje duurt, mag je daar ongegeneerd aan toegeven. Afgunst en hoon zijn het deel van degene die het meest succesvol is. En binnen de kortste keren vormen de overige deelnemers een coalitie om te voorkomen dat jij wint. Maar ondertussen werkt ieder van hen natuurlijk aan zijn eigen troef of tactische overrompeling. Het lijkt de politiek wel.
Antiek spel
Elk jaar weer verschijnen er tal van nieuwe spelletjes op de markt. Daar zitten soms ook blijvertjes tussen. Neem Kolonisten van Catan. Denk aan Carcassonne.
Tegelijkertijd is het best verbazingwekkend dat ook een inmiddels antiek spel als monopoly –op de markt gebracht in 1935– nog altijd spannend is. Daarvan zijn inmiddels ook allerlei varianten in omloop, natuurlijk. Maar een oude doos van de rommelmarkt voldoet ook prima. Al moet hij het niet van de vormgeving hebben: slap karton, vervaagde kleuren. Je ziet er het voortgaan van de tijd aan af, misschien is het dat. De Kalverstraat in Amsterdam –waar in latere versies 40.000 gulden voor moest worden betaald– kostte in die tijd maar 400 gulden. Wat wel zo gemakkelijk rekent. Handelen in guldens geeft, voor wie dat tijdperk nog bewust heeft meegemaakt, sowieso een soort kick. Nostalgie alom, maar net zo spannend als vroeger.
Snel geld
Monopoly Extreem Bankieren is, vergeleken met het klassieke spel, minder complex en gaat daardoor een stuk sneller. Een leuke kennismaking voor kinderen en jongeren. Zo staat er zodra je een straat koopt gelijk een huis op. Terwijl je bij de oerversie pas begint met bouwen als alle straten verkocht zijn en je een stad compleet hebt.
Verder neemt de betaalautomaat een behoorlijk dominante plaats in tijdens het verloop van het spel. Alles wat je doet moet je hier registreren: straten kopen, boetes betalen, de huur van huizen verhogen. Er komt geen contant geld aan te pas.
Het apparaat houdt ook bij welke straat van wie is. Maar dat kan het natuurlijk alleen als het van de juiste informatie wordt voorzien.
Daardoor heb je onvermijdelijk minder aandacht voor wat er op het speelbord gebeurt. Bijvoorbeeld waar je pion ook alweer staat. Maar ook of een andere deelnemer op een van jouw straten belandt. Dat levert geld op, maar alleen als je zelf in actie komt.
Het spelverloop is nogal geagiteerd, mede doordat de betaalautomaat allerlei geluidjes maakt: kassabellen, sirenes. Dat zal voor kinderen en jongeren die gewend zijn aan digitale spelletjes geen enkel probleem zijn. Dat de betaalautomaat hoofdrekenen en wisselgeld uittellen overbodig maakt, is dan wel weer jammer.
Gezoem en gebibber
Bijtje Prik is een nieuw spel voor kinderen vanaf 4 jaar. Het valt vooral op door de vormgeving. Het spel zelf doet denken aan twee klassiekers: Dokter Bibber en het ouderwetse hengelspel.
Op tafel staat een gele bijenkorf boven op een bakje met stukjes honingraat. In de bijenkorf zit een reusachtige bij. Het spel werkt op batterijen. Zodra je het aanzet, klinkt er een gezoem. De deelnemers mogen om en om proberen een stukje honingraat te pakken. Dat is nog niet zo eenvoudig. Want zodra er een hand in de buurt van het bakje komt, begint het heftig te trillen. En ieder moment kan de bij zich op je storten. Als dat gebeurt –elke keer weer onverwacht en dus hilarisch– ben je af. De winnaar is degene die de meeste honingraatjes in de wacht weet te slepen. Zonder dat de bij hem of haar geprikt heeft.
Dit spel zal vooral kleinere kinderen aanspreken. Er komt weinig inzicht bij kijken. Het lijkt vooral een kwestie van pech te zijn als de bij zich op je stort.