Waar zijn de politici in het klimaatdebat?
Het klimaatakkoord dat wereldleiders vorig jaar in Parijs sloten, moet deze week een goed vervolg krijgen in Marrakech, de hoofdstad van Marokko. Politici zullen hun duurzame ambities in de komende jaren moeten waarmaken. En dat terwijl juist de politieke leiders afwezig bleken in het klimaatdebat in de afgelopen jaren.
Dit is het slot van een tweeluik over invloedrijke personen in de klimaatdiscussie. Vandaag de opinieleiders op het terrein van politiek, bedrijfsleven en wetenschap. Deel 1 ging over lobbyclubs, religie en intergouvernementele organisaties.
Politieke leiders ontbreken
Politiek
In de klimaatdiscussie lijkt het te ontbreken aan politieke leiders: echte kartrekkers zijn niet aan te wijzen. „Het is even opvallend als beschamend dat politici in het cruciale klimaatdossier uitblinken in afwezigheid als het gaat om leiderschap”, stelt klimaatwatcher Maurits Groen.
Als Groen toch enkele politici zou noemen, gaat hij voor Barack Obama en Xi Jinping. „Zij namen al een halfjaar voor de klimaatconferentie in december 2015 in Parijs het initiatief om te komen tot een akkoord. Ze toonden allebei hun betrokkenheid. Dit stond in enorm contrast met de top in Kopenhagen in 2009, toen ze nog enorm op de rem trapten.”
Met het ondertekenen en het –binnen een jaar– ratificeren van het akkoord gaven de Verenigde Staten en China een krachtig signaal. Groen: „Obama kon dit doen doordat hij in zijn laatste presidentsjaar zit. Hij kan het zich permitteren om het onwillige Huis van Afgevaardigden en het Congres te trotseren door het besluit desnoods per presidentieel decreet rechtskracht te verlenen. Xi krijgt steeds meer last van een morrende bevolking die lijdt onder extreme luchtverontreiniging door het stoken van steenkool.”
Hoewel er op het liberale programma van Obama genoeg valt aan te merken, is het milieu bij hem geen ondergeschoven kindje. Hij blijkt een regeringsleider te zijn die ook impopulaire maatregelen durft voor te stellen. In 2013 geeft Obama milieu-expert Gina McCarthy de leiding van het Amerikaanse milieuagentschap. Zij wordt het gezicht van zijn klimaatcampagne. Volgens Daniel Fiorino van de American University in Washington toont haar benoeming aan dat de president „serieuze actie” wil ondernemen tegen klimaatverandering.
In augustus 2015 lanceert Obama het Clean Power Plan. Hij noemt het „de grootste stap die de Verenigde Staten tot nu toe heeft genomen in de strijd tegen klimaatverandering.” Obama wil fors inzetten op schone energie. Tegen de lobby van de kolenindustrie in. In 2030 moet 28 procent van de energie uit hernieuwbare bronnen komen: zon, wind en water. Hoewel de volgende president het plan kan maken of breken, geven Obama’s ideeën een duidelijke richting aan.
Ondanks Obama’s inspanningen speelt volgens Groen achter de schermen een voor het publiek onbekende een grote rol. „De geniale energiedeskundige Amory Lovins. Hij is de oprichter van het invloedrijke Rocky Mountains Institute en geldt als deskundig adviseur en inspirator van deze plannen.”
Koplopers met ambitie
Bedrijfsleven
Als de politiek het laat afweten, nemen koplopers uit het bedrijfsleven al snel de regie. Zo ook bij de aanpak van de klimaatcrisis. Groen: „Een aantal sleutelfiguren uit het internationale bedrijfsleven heeft een leidersrol vervuld.”
Hoewel er internationaal vele namen te noemen zijn, komt Groen toch met een aantal Nederlanders op de proppen: Feike Sijbesma (CEO DSM), Paul Polman (CEO Unilever) en Peter Bakker (ex-CEO van TNT, directeur van het World Business Council on Sustainable Development (WBCSD), een lobbyclub van multinationals die actie op duurzaamheid voorstaan). „Het zijn alle drie toppers uit het internationale bedrijfsleven die een voortrekkersrol vervullen bij het streven naar duurzame ontwikkeling. Ze mobiliseren het bedrijfsleven om gezamenlijk op te trekken tegen klimaatverandering. Zij doen dat mede uit welbegrepen eigenbelang. Zo zei Sijbesma eens: „Als bedrijf kun je niet succesvol zijn in een wereld waarin het fout gaat.””
„Mannen als Polman en Sijbesma verdienen een standbeeld”, zo stelt Marjan Minnesma van actiegroep Urgenda in 2015 in de Volkskrant. Reden is de ambitie die deze topmannen hebben. Ze zijn de koplopers op het gebied van duurzaamheid en ze proberen daarnaast ook anderen op sleeptouw te nemen.
Zo organiseert Sijbesma –eveneens in 2015– in Davos een bijeenkomst met de topmannen van vijftig grote bedrijven over de opwarming van de aarde. Voor de camera van Nieuwsuur zegt hij over het in actie komen voor klimaat: „Er zijn steeds meer bedrijven die voorwaarts willen, ik hoop dat de politici zullen volgen. Onze kleinkinderen zullen met een hele nare bijsmaak naar ons kijken als we niets zullen doen.” In november dat jaar volgen de politici.
De Amerikaan Michael Bloomberg dient ook een speciale vermelding te krijgen, aldus Groen. „Bloomberg, hij is rijk geworden in de financiële wereld en daarna burgemeester van New York geweest, heeft op een indrukwekkende manier campagne gevoerd tegen de kolenindustrie. Daarvoor heeft hij tientallen miljoenen uit zijn eigen vermogen gespendeerd. Dat droeg er flink toe bij dat vele tientallen kolencentrales inmiddels gesloten zijn, en dat zelfs de vijf grootste Amerikaanse kolenbedrijven failliet zijn of ten minste in zeer zwaar weer zitten.”
Verder wil Groen graag Jeremy Grantham noemen. „Deze invloedrijke investeerder heeft met zijn erudiete analyses menig collega aan het denken gezet over het niet voortzetten van investeren in fossiele energie.”
De mond gesnoerd
Wetenschap
Hoewel wetenschappers vaak op enige afstand staan van de samenleving, kan hun invloed op maatschappelijke discussies groot zijn. Zo zijn het wetenschappers die voor het eerst aan de bel trekken wat betreft de opwarming van de aarde. Daarbij speelt de Amerikaan James Hansen –met meer dan vijftig jaar ervaring in klimaatwetenschappen– een grote rol. „Het is begonnen”, benadrukt hij in 1988 aan het Amerikaanse Congres. Hij heeft het dan over klimaatverandering. Groen: „De zichtbaar zwetende wetenschapper Hansen was de kroongetuige in de hoorzitting. Al Gore organiseerde de ontmoeting met het Congres met als doel de klimaatproblematiek op de Amerikaanse politieke agenda te krijgen. Van zijn baas mocht Hansen niet veel zeggen over de dreiging. Maar omdat hij onder ede stond, moest hij dat toch doen. Vanaf dat moment is Hansen de absolute voorvechter van radicale, drastische actie tegen klimaatontwrichting.”
Nadat hij zich als wetenschapper eerst terugtrekt uit publieke debat, kan Hansen in 2004 zijn mond niet meer houden. In een populair-wetenschappelijke TED-lezing in 2012 zegt hij daarover: „In die tijd hadden we twee kleinkinderen. Ik besloot dat ik niet wilde dat ze in de toekomst konden zeggen: „Opa begreep wat er gebeurde, maar hij maakte het niet duidelijk.” Daarom houdt Hansen een lezing waarin hij het energiebeleid van de Amerikaanse regering bekritiseert. Het Witte Huis tikt zijn werkgever –de NASA– op de vingers: Hansen mag geen speeches meer geven. Als hij met dit verbod naar The New York Times stapt, krijgt hij toch weer toestemming om lezingen te geven. In de jaren die volgen blijft Hansen vanuit een „groeiende behoefte” de urgentie van het klimaatprobleem aankaarten.
In 2006 wordt hij door Time Magazine aangemerkt als een van de honderd invloedrijkste personen op aarde. Hansen stelt een veilige limiet voor de concentratie van CO2 in de atmosfeer op: 350 ppm (parts per million) – tegenwoordig is de concentratie al gestegen tot boven de 400 ppm. Uit deze bevinding van Hansen komt in 2007 de milieuorganisatie 350.org voort.
Een tweede wetenschapper die veel heeft betekend in het klimaatdebat is de Amerikaan Michael Mann, bekend van de hockeystickcurve uit 1999. Groen: „Hij heeft met zijn grafiek letterlijk de stijgende wereldtemperatuur in de afgelopen eeuw zichtbaar gemaakt. Daardoor werd hij wel het mikpunt van een vileine campagne om hem en daarmee de hele klimaatwetenschap zwart te maken. Hem vielen zelfs doodsbedreigingen ten deel. In de nieuwe documentaire ”Before the Flood” vertelt Mann wat hem zoal is overkomen.”
Op 1 in Duurzame 100
Maurits Groen (63), die in dit artikel aan het woord komt, is communicatieadviseur, activist en ondernemer die zich bezighoudt met milieu- en ontwikkelingsvraagstukken. In 2015 stond hij op de eerste plaats in de Duurzame 100 van het dagblad Trouw. Groen ontwikkelde onder meer de WakaWaka: een lampje dat tachtig uur licht geeft als de zonnecel de ingebouwde batterij één dag oplaadt.