EU: verdrag met Oekraïne werpt vruchten af
De Europese Unie is tevreden over de uitvoering van het associatieverdrag met Oekraïne dat op 1 januari voorlopig en deels in werking trad. De voortgang bespoedigt de politieke samenwerking en economische integratie tussen beide partijen, stelden de 28 EU-minister van Buitenlandse Zaken maandag in Brussel.
De verklaring van de ministers maakt geen melding van het ontbreken van de Nederlandse ratificatie, de reden dat vooralsnog alleen het handelsdeel van het verdrag van kracht kan zijn.
Premier Mark Rutte probeert zijn collega’s er volgende maand van te overtuigen dat aan het verdrag een verklaring wordt gehecht waarin tegemoet wordt gekomen aan de Nederlanders die in april in een referendum nee zeiden tegen het verdrag. Daarin zou onder meer moeten komen te staan dat het verdrag geen opstapje is naar het EU-lidmaatschap en geen veiligheidsgaranties biedt.
De EU-ministers bespraken maandag het zogeheten Oostelijk Partnerschap. In dat verband worden sinds 2009 de banden met Georgië, Oekraïne, Moldavië, Armenië, Wit-Rusland en Azerbeidzjan aangehaald. Met de drie eerstgenoemde landen zijn associatie-akkoorden gesloten. Inwoners van Moldavië mogen al visumvrij naar de EU reizen. Oekraïne en Georgië is dit ook in het vooruitzicht gesteld maar vooralsnog zijn er bureaucratische en politieke obstakels.
Over een jaar wordt het partnerschap op een gezamenlijke top in Brussel geëvalueerd en mogelijk versterkt.