Binnenland

„Rechter ten onrechte beducht voor media”

De Nederlandse burger steunt de manier waarop de rechterlijke macht in dit land zijn werk doet. Toch blijft waakzaamheid geboden, waarschuwen prof. dr. Henk Elffers en dr. Jan de Keijser van het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) in Leiden.

29 April 2004 09:25Gewijzigd op 14 November 2020 01:11
<center>ELFFERS</center>
<center>ELFFERS</center>

Legt een rechter bij zijn werk zijn oor te luisteren bij de samenleving? En als hij dat doet, in welke mate? In Leiden presenteerden Elffers en De Keijser vandaag aan de rechterlijke macht het eindresultaat van een omvangrijk onderzoek. Zes onderzoekers, verbonden aan drie verschillende universiteiten, gingen daarin na of, en zo ja in welke mate de rechter zich tijdens zijn werk op de hoogte stelt van wat er in de samenleving speelt.

Een klemmende vraag, want, zo stellen de onderzoekers in het eindrapport, luisteren is geboden, mits de onafhankelijkheid van de rechter niet in het geding komt. De rechter zit dus hoe dan ook in een spanningsveld.

In hoeverre is de rechter er tot dusver in geslaagd het evenwicht te bewaren?

Elffers: „Wat rechters tevreden zal stellen, maar ook verrassen, is dat de zwaarte van de straf volgens de bevolking niet bepaald dient te worden door de publieke verontwaardiging. In dat opzicht vrezen rechters ten onrechte dat het publiek aan de leiband van de media loopt. Dat gebeurt niet. Het zijn de rechters zelf die er door het optreden van de media toe verleid worden het beeld dat de bevolking van hen heeft negatiever in te schatten dan het in werkelijkheid is.

Uit het onderzoek blijkt dat de straf die rechters na een delict toekennen niet bepaald wordt door de sterkte van het bewijsmateriaal. Die aantijging, uit de hoek van psychologen, is dus niet hard te maken. Dat is een pluim op de hoed van rechters.

Of de rechterlijke dwalingen die het boek beschrijft -zoals de Puttense moordzaak en de Zaanse paskamermoord- veroorzaakt werden doordat rechters blootstonden aan publieke druk, is niet altijd met zekerheid te zeggen. Feit is wel dat die dwalingen zich voordoen. Dat heeft iets tragisch”, vindt Elffers. „Als politie en officier van justitie door de publieke druk steken laten vallen, wordt de rechter daarmee opgezadeld.”

Elk rechtssysteem heeft zijn eigen risico’s van rechterlijke dwalingen, aldus de studie. Welke risico’s zijn er in Nederland?

De Keijser: „In Nederland is geen jury van leken tegenover wie de officier van justitie zijn standpunten opnieuw moet overwegen en kenbaar maken. Of de rechter iemand veroordeelt, hangt in Nederland vrijwel uitsluitend af van de eisen die de rechter stelt aan het bewijsmateriaal. Daarin schuilt een zeker risico. Als achteraf blijkt dat materiaal dat de verdachte vrijpleit om onbekende reden niet in het dossier van de officier is beland, gaat de rechter onherroepelijk met onvolledig materiaal aan de slag.”

Dwalingen, zo stellen scribenten in de studie, kunnen ook voorkomen worden als de rechter getuige-deskundigen kritisch en zelfstandig controleert. Saillant detail daarbij is dat Elffers zelf onlangs optrad als statistisch deskundige bij het hof in Den Haag, in de nog lopende strafzaak tegen de Haagse verpleegkundige Lucie de B. Daarbij hield hij het hof voor dat de kans dat De B. -zoals zij zelf beweert- bij toeval aanwezig was bij de achttien haar ten laste gelegde sterfgevallen te klein is om voor waar te accepteren. Die slotsom haalde alle media, vooral toen een tweede deskundige voor het hof forse twijfels uitte over Elffers’ werkwijze.

Twee deskundigen met tegengestelde verklaringen, daar is voor een leek toch geen touw aan vast te knopen?

Elffers, geïrriteerd: „Als deskundigen na een dodelijk ongeval de snelheid van een voertuig moeten bepalen, kan het ook zijn dat de een uitkomt op 80 en de ander op 100 kilometer per uur. Dat is volstrekt normaal. Het enige wat de rechter mij gevraagd heeft, is: Kan haar aanwezigheid op toeval berusten? Die vraag was van belang omdat er weinig bewijsmateriaal is én omdat de politie twijfelde aan de hardheid van het dossier. Als het hof dan vervolgens alles in het werk stelt om na te gaan of mijn analyse zorgvuldig is en kan dienen als bewijsmateriaal verdient het daarvoor een pluim.”

Welke boodschap heeft u voor rechters na deze studie?

„Ga niet actief opboksen tegen de media, maar blijf vooral goed je werk doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer