„Bijzondere belangstelling voor Israël bij Reveil”
In de negentiende eeuw bestond er in Nederland grote belangstelling voor het land Israël. Dat gold in het bijzonder voor mensen van het Reveil. Aan het eind van de eeuw was die belangstelling echter voor een groot gedeelte weer weggeëbd.
Dat werd gistermiddag duidelijk tijdens de tweejaarlijkse studiedag van het Reveil-Archief in Amsterdam.
Het Reveil was een internationale opleving van het gereformeerd protestantisme in de negentiende eeuw, onder andere in Nederland. De Stichting Reveil-Archief werd in 1930 opgericht te Amsterdam om de collecties van de diverse zogeheten Reveil-families onder te brengen bij de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Daar worden ze nog steeds voor toekomstige generaties bewaard.
De bijeenkomst, die ongeveer zeventig bezoekers trok, vond plaats in de Armeens apostolische kerk aan de Krom Boomsloot in het centrum van Amsterdam. Bezoekers kregen tijdens de pauze de gelegenheid om het gebouw te bekijken.
De thema van de studiedag was ”De Oriënt als spiegel. Het Reveil over jodendom en islam.” In de negentiende eeuw groeide de belangstelling in Nederland voor het Heilige Land. Jan de Hond, conservator bij de afdeling geschiedenis van het Rijksmuseum, stelde dat dit niet alleen gold voor protestanten, maar ook voor rooms-katholieken. De laatsten gingen vooral naar het Midden-Oosten voor boetedoening en om zich spiritueel ‘op te laden’. De protestanten reisden met name naar het toenmalige Palestina vanwege het landschap, dat in de negentiende eeuw nog grote gelijkenis vertoonde met dat in de Bijbelse tijd. Bij het bezoeken van plaatsen uit de Bijbel speelde ook het onderwijzende aspect een rol.
Na bezoeken van kunstenaars aan het Nabije Oosten kwam onder meer in Nederland een reeks schilderijen op de markt die voorgaven een authentiek beeld van het leven in de tijd van de Bijbel te schetsen. Dat was echter allerminst het geval, aldus De Hond. De conservator stelde dat het bij de kunstuitingen ging om eigentijdse vormen. Hij wees erop dat de interesse bij het publiek voor het land van de Bijbel aan het einde van de eeuw gedaald was. Slechts illustraties in de educatieve sfeer vonden nog aftrek.
Joodse invloed
Het vuur voor Israël brandde anderhalve eeuw geleden vooral hoog op bij het Reveil, in het bijzonder bij de Amsterdamse vertegenwoordigers ervan, zei dr. Bart Wallet tijdens zijn toespraak. Dat had alles te maken met de joods-christelijke vertegenwoordigers van het Reveil, aldus de onderzoeker aan de Vrije Universiteit.
De bekendste vertegenwoordiger van het Reveil in de hoofdstad was Isaäc da Costa. Tijdens zijn Bijbellezingen had deze het dikwijls over Israël. In 1844 introduceerde hij als gast Ridley Herschell (1807-1864). Deze Brits-Poolse christenjood was in Israël geweest en praatte daar tijdens de Bijbellezing vol vuur over. Hij vertelde over de lege huizen en steden en de kansen die er waren voor vestiging. Herschell stelde voor dat Joden naar Israël zouden gaan.
Da Costa zag Palestina als het land van het volk Israël maar ook als het land van de eindtijd. In zijn visie, aldus Bart Wallet, redt God het volk als geheel in de eindfase van de wereldgeschiedenis in het Heilige Land. In het boek ”Israël en de volken” gaat Da Costa daar uitvoerig op in.
De derde spreker, dr. Bart Jan Spruyt, citeerde delen van een bekende passage uit dat boek. „Gelijk voor het volk, dat aldaar zijn vaderland heeft, (…) gaan (…) van tijd tot tijd en tot op het ogenblik dat wij beleven, treffende en sedert vele eeuwen niet gehoorde geruchten uit: de mogelijkheid van een teruggave van Palestina (…) aan de zeven miljoen nakomelingen van Abraham, (…) de mogelijkheid der wederoprichting van een Israëlitische staat.”
Spruyt gaf aan dat deze passage in veel exemplaren van dit boek onderstreept is, om daarmee de aandacht op deze uitgekomen voorspelling te vestigen.
Ontnuchtering
De universitair docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Wartburg College in Rotterdam bevestigde dat de interesse in Israël na de tweede helft van de negentiende eeuw afnam. „Toen de nakomelingen van de vrienden van het Reveil en latere geestverwanten het Heilige Land bezochten, sloeg een zekere ontnuchtering toe. Toen het geloof overging in aanschouwen viel de verbeelding grotendeels stil.”