In het actieprogramma Rotterdam zet door, kondigt de gemeente ook initiatieven aan die betrokkenheid bij buurt en buren vergroten. Zowel overheid als bewoners moet zich minder afwachtend opstellen en actiever worden, is de boodschap.

Zo opent in de Tarwewijk het eerste ZorgInformatiePunt (ZIP) dat op zoek gaat naar zorgmijdende huishoudens. Het is een vervolg op de al bestaande bemoeizorg voor verslaafden. Diensten en instellingen zoeken mensen op die hun dagelijks bestaan niet meer op orde kunnen krijgen en grijpen in.

Na de Tarwewijk krijgen ook het Oude Noorden, Pendrecht en Bospolder–Tussendijken een ZIP. Het streven is om eind dit jaar twintg ’lastige dossiers’ in de Tarwewijk te hebben opgelost. In de wijken komen bovendien servicecentra voor opvoedingsondersteuning.

Rotterdammers moeten ook zelf een steentje bijdragen. Om nieuwkomers makkelijker te laten inburgeren, zijn coaches nodig die de nieuwelingen wegwijs maken in de stad. Ook zijn er plannen om succesvolle allochtonen in Rotterdam vanaf 1 januari 2005 een voorbeeldfunctie te laten vervullen bij wat het college actief burgerschap noemt.

Die ’rolmodellen’ worden geselecteerd door migrantenorganisaties, gemeentelijke diensten en deelgemeenten. Daarbij wordt gekeken of ze een rol kunnen spelen in het programma Operationeel Burgerschap (OB). De maatschappelijke stage, een aanvulling op het inburgeringsprogramma, is eveneens onderdeel van dat plan. De inburgeraars lopen stage om de Nederlandse taal in praktijk te oefenen en raken zo gelijk vertrouwd met gebruiken en omgangsvormen.

In de Tarwewijk begint later dit jaar een proef om jongeren met een uitkering, maatschappelijk nuttige taken in de eigen buurt te laten doen. Het experiment is erop gericht om de jongeren werkervaring en werkritme op te laten doen in plaats van ze te laten rondhangen op straat. In Charlois krijgen jongeren die zich melden voor een uitkering onmiddellijk een werkstage aangeboden.