Kerkgeschiedenis met een knipoog: Ook protestanten hebben hun relikwieën
Het zijn met een zekere regelmaat voorkomende berichten in de pers: veilingen van bezittingen van beroemde en zelfs wel beruchte personen. Als ze maar bekendheid hebben gekregen. Zo meldde deze krant op 2 april 2016 dat een veiling van eigendommen van de wegens hoogverraad geëxecuteerde spionne Mata Hari (haar eigenlijke naam was Margaretha Geertruida Zelle, (1876-1917) bijna tienmaal zo veel opbracht dan was verwacht.
Het onafscheidelijke tasje van Margaret Thatcher, voormalig premier van het Verenigd Koninkrijk, werd samen met haar bruidsjurk, regenjas en hoofddoek geveild. Dit favoriete tasje, waarmee ze om haar woorden kracht bij te zetten regelmatig op tafels sloeg, werd grif verkocht en belandde in december vorig jaar in een tassenmuseum in Amsterdam. Op 10 juni 2016 kwamen enkele zijden onderbroeken van nazikopstuk Hermann Göring onder de hamer, gelijk met een zomerjurkje uit het bezit van Eva Braun, de beminde van de Duitse Führer. Grof vuil, zouden wij zeggen!
Soms is de herkomst van dit soort goederen niet onomstotelijk vast te stellen. Hugo de Groot ontsnapte op 22 maart 1621 uit Slot Loevestein in een boekenkist. Maar welke? Zowel het Rijksmuseum als museum Het Prinsenhof te Delft en Slot Loevestein beweren de echte kist te bezitten. En in een Deens museum zou nog een vierde boekenkist staan. Terwijl vaststaat dat De Groot maar via één kist wist te ontsnappen.
In de Geneefse kerk St. Pierre wordt een stoel van Calvijn bewaard. Zou hij daar werkelijk op gezeten hebben? En wat dan nog? Dat doet me denken aan de handelaar in tweedehands goederen in een Alblasserwaards dorpje. Daar stonden enkele stoelen die vanaf de jaren 30 van de vorige eeuw in de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten te Rotterdam hebben gestaan. „Dat moet u wel aanspreken”, zei de handelaar, „want daarin hebben de predikanten Fraanje, Kersten en Steenblok nog gezeten!” Hij was goed op de hoogte, dat wel.
Op (kerk)historisch gebied is er heel veel weggegooid. Maar het bed van Vincent van Gogh kwam onlangs in het nieuws. Een foto van een tafeltje van ds. L. G. C. Ledeboer staat in een recent verschenen gedenkboek van de inmiddels niet meer bestaande gereformeerde gemeente te Stad aan ’t Haringvliet. Het ambtsgewaad (bef, driekante steek en kuitbroek) van de afgescheiden ds. P. A. Lanting (1836-1915) wordt zuinig bewaard. Waar Rome botjes, tanden en kiezen als relikwieën koestert, doen de zonen van de Reformatie het anders. Daar zijn verzamelaars van oude boeken, voorzien van de handtekening van illustere bezitters. En dergelijke.
Enkele decennia achtereen bezocht ik met vele vaste bezoekers de vier of zes veilingdagen per jaar bij Ton Bolland aan de Prinsengracht 493 in Amsterdam. Het gebeurde dat een voor de veilinghouder onbekende bezoeker (veel te) hoog bood op boeken van oudvader Jesajas Hillenius. Hij werd koper. Bolland vroeg zijn naam. ”Hillenius”, was het antwoord. Een verre nazaat, zo bleek. Het volgende lot bestond uit twee boeken in één band, getiteld: ”De knechtelijke wil” van Luther en ”De vrije wil” van Erasmus. Hoopvol en niet zonder gevoel voor humor vroeg Bolland: „Zit hier soms ook nog een nakomeling van Erasmus in de zaal?” Insiders schoten in de lach: Erasmus is ongetrouwd gebleven …