Vervuiling door sneller rijden binnen de perken
De verhoging van de maximumsnelheid op autowegen dit jaar heeft maar beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit. Dat blijkt uit onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) , schrijft staatssecretaris Sharon Dijksma woensdag aan de Tweede Kamer. Volgens haar is dat onder meer het gevolg van het feit dat de auto’s minder vervuilend worden.
Uit het onderzoek van de RIVM komt naar voren dat op 84 procent van de 71.000 gemeten punten langs wegen waar de snelheid is verhoogd, de concentraties stikstofdioxide lager uitpakken dan in 2015. Op 5,5 procent van de onderzochte locaties is de vervuiling erger geworden na de snelheidsverhoging. In alle gevallen overschrijden de concentraties echter niet de wettelijke norm. Dijksma ziet dan ook geen aanleiding om de maximumsnelheden aan aan te passen.
Het afgelopen jaar is de luchtkwaliteit in ons land verder verbeterd, aldus de bewindsvrouw. Uit onderzoek blijkt dat langs een aantal drukke binnenstedelijke wegen nog teveel stikstofdioxide in de lucht komt. Het gaat in totaal om 9,9 kilometer aan wegen. Met een aantal gemeenten worden maatregelen bekeken om dit terug te dringen, bijvoorbeeld door de inzet van elektrische bussen en een schonere bevoorrading van de winkels.
In 2015 is ook het aantal overschrijdingen met fijn stof gedaald. In tien gemeenten werd de norm overschreden (in 2014 waren dat er nog negentien). De overschrijdingen worden veroorzaakt door intensieve veehouderijen en industrie.
Milieudefensie vindt het onbegrijpelijk dat de staatssecretaris hier zo blij over doet. Volgens de milieuorganisatie laat het RIVM-rapport zien dat sneller rijden meer luchtvervuiling veroorzaakt. „De lucht had dus gezonder kunnen zijn als we niet 130 waren gaan rijden. Nu wordt de verbeterde luchtkwaliteit teniet gedaan door het sneller rijden.”