R. was de tweede kroongetuige met wie het OM in het langlopende strafproces tot een deal kwam. Eerder, toen de zaak nog speelde voor de rechtbank in Amsterdam, kwam het OM tot overeenstemming met Peter la S. Met R. kwamen de contacten op gang eind 2013, toen het hoger beroep in de zaak al liep.

Mede aan de hand van de verklaringen van R. pakte de politie eind 2014 Willem Holleeder op wegens vermeende betrokkenheid bij criminele afrekeningen. Ook verklaarde R. in lijn met La S. over de prominente positie van Dino S., door het OM gezien als opdrachtgever van liquidaties.

De Jong noemde de informatie van R. dinsdag „solide, bruikbaar en betrouwbaar’. Zijn verklaringen lieten soms ,een ander licht” op bepaalde onderzoeken schijnen. „Daarnaast heeft hij niet alleen anderen belast, maar ook zichzelf”, aldus De Jong. Zo erkende R. zijn directe betrokkenheid bij de moord op kroegbaas Thomas van der Bijl in 2006.

Volgens het OM leefde bij de kopstukken in het Passage-proces al langer de angst dat R. zou gaan praten. „Er is van alles gedaan om dat te voorkomen”, aldus De Jong. „Er zijn forse bedragen betaald en er is in de loop van het hoger beroep een andere raadsman naar voren geschoven om hem in het gareel te houden. Maar zijn verklaringen liggen er.”

Maandag noemde het OM de inbreng van de beide kroongetuigen in Passage - dat draait om zeven liquidaties tussen 1993 en 2006 - al van groot belang. Zonder hen waren daders wellicht spoorloos gebleven, was het moorden mogelijk doorgegaan en was het nooit gelukt om opdrachtgevers in beeld te krijgen, sprak aanklager Frits Posthumus.

Op de deals met de kroongetuigen in Passage is veel kritiek geuit, met name door de raadslieden van de tien verdachten. Het OM spreekt op 22 november de strafeisen uit.