Weerwoord: Ergens in het begin ging het verkeerd
Mensen doen afgrijselijk slechte dingen. Dat is een hard bewijs dat er geen goede Schepper kan zijn. Die zou immers wel een beter ‘product’ hebben afgeleverd.
JA
Mensen kunnen inderdaad beestachtig tekeergaan. In moreel opzicht zakken ze dan weg onder het niveau van de dieren, die nooit soortgenoten met onnodige wreedheid bejegenen. Iedere dag legt het wereldnieuws er overvloedig getuigenis van af hoe erg het met de mens is gesteld. Het is ontzettend wreed om ziekenhuizen en kinderspeelplaatsen te bombarderen zoals in Aleppo gebeurt vanwege de cynische machtspolitiek van Assad en Poetin. Of om in de naam van Allah op grote schaal te martelen, te verkrachten en te onthoofden, zoals IS en aanverwante organisaties doen. Of om ongegeneerd vrouwen te schofferen terwijl je nota bene president van de VS wilt worden. Of…we kunnen eindeloos doorgaan.
De ene mens is voor de andere mens een wolf („homo homini lupus”), wist de Romeinse schrijver Plautus (ca. 254-184 v. Chr.) al. Dat geldt ook op kleinere schaal, zoals huwelijk (vechtscheidingen), gezin (incest), school (pesten), bedrijf (ellebogenmentaliteit). Je directe familie of je collega’s kunnen je tot wanhoop drijven.
Velen trekken de conclusie: zo bezien kan het toch niet anders of de mens is een product van een blind en niets ontziend evolutieproces? We zijn erfelijk belast vanwege onze afkomst als sociale roofprimaten. De mens is altijd al vanuit individuele en collectieve zelfhandhavingsdrang tot alle kwaad in staat geweest. Het zou daarom absurd zijn deze mens te kwalificeren als schepsel van een goede God.
NEE
Het bovenstaande lijkt op het eerste gezicht steekhoudend, maar bij nader inzien roept het de vraag op of iemand dit werkelijk kan menen. Is het bedrijven van onrecht en wreedheden normaal menselijk gedrag? Is er niet een diepe menselijke intuïtie dat het echt ánders zou moeten? Wat te denken van de brede erkenning van de waarden van echte humaniteit, van liefde en trouw, van opofferingsgezindheid en rechtvaardigheid?
Illustratief is een uitspraak van de populaire Floortje Dessing, winnares van de gouden Televizier-Ring 2016. Floortje reist ”naar het einde van de wereld” en ziet overal mensen bezig om met vallen en opstaan hun geluk te zoeken en hun bestaan op te bouwen. Ze willen domweg gelukkig zijn met huisje, boompje, beestje, met kinderen en met zinvol werk. Ze zijn allerminst crimineel, eerder humaan en ze gunnen ook anderen van harte een plekje onder de zon.
Floortje staat echter ook bij de puinhopen van Syrië, wordt geconfronteerd met onnoemelijk veel leed, en merkt dan op: „Ergens in het begin is er de bedrading verkeerd aangelegd zodat we ook in staat zijn tot de meest verschrikkelijke dingen”. Ik weet niet of Floortje gelovig is. Het is wel opmerkelijk dat ze onder woorden brengt wat de meeste mensen beseffen: het kwaad is niet normaal, het hoort niet gewoon bij het proces, het is niet ”all in the game”.
Het kwaad zou er niet moeten zijn, het is een saboteur, een indringer, een parasiet in een wereld die gaaf bedoeld is. Het is, om de treffende titel van het boek over zonde van de Amerikaanse theoloog Cornelius Plantinga te citeren, ”Not the way it’s supposed to be” (Niet zoals het zou behoren te zijn).
Deze intuïtie sluit naadloos aan bij wat de Bijbel ons openbaart. Met dien verstande dat in het begin de ‘bedrading’ wel degelijk goed is aangelegd door de goede en almachtige Schepper. De mens is zuiver geschapen. Hij is bedoeld om te leven en niet om te sterven. Hij is er om gelukkig te maken en niet om van geluk te beroven.
In het prille begin van de geschiedenis van de mensheid ging het echter grondig mis. De eerste mensen maakten misbruik van de door God geschonken vrijheid en verantwoordelijkheid, en zo ontspoorde de trein van de mensheid met een onbeschrijfelijke ravage als gevolg. We zijn in onze menselijkheid ernstig geschonden doordat we zelf de ‘bedrading’ in de war brachten. Vonkjes van de oorspronkelijke goedheid gloeien nog na. Waar iets van humaniteit gerealiseerd wordt, weet iedereen diep in zijn hart: zó is het goed.
DUS
De mens onteert door de zonde zijn Schepper. Het raadsel van het kwaad is voor ons verstand een onpeilbare afgrond. Tegelijkertijd is het morele besef dat het kwaad er niet hóórt te zijn een verwijzing naar de goede Schepper.
Ook hier geldt wat Rik Peels onlangs betoogde tegenover de atheïst Waldo Swijnenburg: „Het bestaan van God is de beste verklaring voor het ontstaan van alles.” Dus ook van de morele intuïtie dat het kwaad absurd is.
De auteur is emeritus hoogleraar systematische theologie.