Buitenland

Welke president wil de rest van de wereld in het Witte Huis?

Donald Trump heeft geen ervaring in internationale betrekkingen. Zijn rivaal Hillary Clinton was daarentegen jarenlang minister van Buitenlandse Zaken. Hoe denken beide kandidaten over buitenlands beleid? Een uitsplitsing naar enkele regio’s.

Richard Donk, Ab Jansen, Evert van Vlastuin en Mark Wallet
4 November 2016 17:48Gewijzigd op 16 November 2020 08:14
Hillary Clinton en Benjamin Natanyahu in New York, september 2016. beeld AFP, Kobi Gideon,
Hillary Clinton en Benjamin Natanyahu in New York, september 2016. beeld AFP, Kobi Gideon,

Beide Amerikaanse presidentskandidaten hebben enkele uitgesproken standpunten over de situatie in het Midden-Oosten en het beleid dat zij zouden voeren als ze in het Witte Huis terechtkomen.

Trump stelt zich zeer positief ten aanzien van Israël op. Hij beloofde enkele weken geleden dat hij de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem zal verplaatsten als hij president wordt.

Zover gaat Clinton niet. Wel verwijt ze de Palestijnen het gebrek aan voortgang in het vredesproces. Zij hadden volgens haar eind jaren 90 het aanbod van de toenmalige Israëlische premier, Ehud Barak, moeten accep­teren. Hij bood de Palestijnen een eigen staat in de Gazastrook en op het grootste deel van de Westelijke Jordaanoever.

Trump heeft zich tijdens zijn verkiezingscampagne diverse keren fel uitgelaten over de islam. Hij beschouwt die religie als een groot gevaar en pleitte zelfs voor een verbod voor moslims om de Verenigde Staten in te reizen.

Over de strijd tegen Islamitische Staat (IS) in Syrië en Irak is Trump heel duidelijk. IS zal verdwijnen als hij president wordt. „Ik zal ze kapot bombarderen”, beloofde hij in ondiplomatieke taal.

Daarin wordt hij gesteund door Clinton. Ook zij pleit voor een genadeloze strijd tegen de extremistische terreurbeweging. Niet alleen bestrijden, maar verslaan, is haar devies.

Vorig jaar zomer sloten de vijf permanente leden van de Veiligheidsraad plus Duitsland een overeenkomst met Iran over het omstreden atoomprogramma van dat land. Trump noemde de deal „een van de slechtste” afspraken die ooit zijn gemaakt.

Clinton is wel voor de deal met Iran, maar waarschuwde dat het land gestraft zal worden als het de voorwaarden van het akkoord niet naleeft. Wat die bestraffing inhoudt, liet ze overigens in het midden.

Hillary Clinton betreurt het overigens nog steeds dat president Obama niet strenger tegen het Syrische regime heeft opgetreden. Obama had herhaaldelijk gezegd dat Syrië met het gebruik van chemische wapens een rode lijn zou overschrijden en dat Amerika dan militair in zou grijpen. Toen puntje bij paaltje kwam, legde de president echter een plan voor een offensief voor aan de volksvertegenwoordiging. Die verwierp het voorstel.

Europa en de NAVO

Europese vrienden en NAVO-partners hebben het doorgaans niet zo op Republikeinse presidenten. Die worden gezien als ongepolijste cowboys. Binnen de NAVO en de EU herinneren velen zich nog de diplomatieke crisis uit 2003 over de invasie van president George W. Bush in Irak. De her­innering daaraan plaatst de Republikeinse Trump al direct op achterstand.

Clinton daarentegen heeft een grote voorsprong: als oud-minister heeft ze ervaring in de buitenlands politiek. Zij kent het NAVO-hoofdkwartier in Brussel van binnenuit en heeft veel hoofdsteden van EU-lidstaten bezocht.

Het lijkt erop dat Clintons beleid voor Europa en de NAVO vooral de bestaande lijn zal doortrekken. De onderhandelingen over het grote handelsverdrag TTIP zullen gewoon doorgaan, en bij de NAVO komt op zijn hoogst een andere ambassadeur.

Het lijkt er wel op dat Clinton hogere eisen aan de NAVO-bondgenoten wil stellen. De afspraak onder de lidstaten is dat die 2 procent van het bruto nationaal product aan defensie besteden. Op dit moment houden slechts enkele landen zich daaraan: de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en het kleine Estland. Nederland zit rond de 1,3 procent. Om de zoveel jaar leidt dit bij de Amerikanen tot grote irritatie.

Trump heeft gezegd dat het voorbij moet zijn met het eenzijdig leunen op de Amerikaanse belastingbetaler. Op deze manier is de NAVO „achterhaald.” Hij wil zich niet langer verbinden aan zo’n bondgenootschap. „Als dit de NAVO breekt, dan breekt het de NAVO maar.” De BBC noemt een eventuele verkiezing van Trump niet voor niets de „grootste trans-Atlantische uit­daging sinds de val van de Sovjet-Unie.”

Ook Clinton heeft laten doorschemeren dat zij meer Europees geld voor de collectieve verdediging wil.

Een andere belangrijke kwestie is de brexit. Obama was daartegen, en Clinton volgt hem daarin. Trump heeft dit juist aangemoedigd. Mocht hij president worden, dan zal hij zeker soepeler met de Britten omgaan dan de Democraten.

Trump staat daarentegen weer meer bekend als protectionistisch. Hij is geen voorstander van vrijhandelsverdragen die door het terugdringen van invoerrechten de eigen industrie verzwakken. Mocht hij president worden, dan kunnen Europese onderhandelaars over TTIP zomaar met andere eisen te maken krijgen.

Afrika

Afrika is voor beide kandidaten geen onderwerp waar ze in de campagnes breed mee uitpakken. En toen Donald Trump eens een keer naar een Afrikaans land verwees, in het kader van opmerkingen over terreur, sprak hij de naam, Tanzania, verkeerd uit.

Grote veranderingen in het Amerikaanse Afrikabeleid zijn niet te verwachten, wie er straks ook in het Witte Huis mag plaatsnemen. Onder het bewind van de huidige president Barack Obama zijn verschillende akkoorden gesloten rond handel en aids­bestrijding in Afrika, en het ziet er niet naar uit dat een van beiden die open zal breken.

Al sinds 2000 mogen er bovendien goederen uit Afrika onder de Sahara tariefvrij worden ingevoerd op de Amerikaanse markt. Die wet is vorig jaar bekrachtigd tot 2025 en ligt vooralsnog buiten presidentieel bereik.

De belangrijkste verschillen tussen beide presidenten zijn wellicht te vinden rond democratiserings- en mensenrechten­initiatieven. Trump heeft zich fel uitgelaten tegen het „exporteren” van democratie naar landen als Libië. Het is daarom te verwachten dat hij eerder bereid zal zijn om een thema als democratie te laten rusten als het ten goede komt aan de stabiliteit en veiligheid. Clinton is het aan haar idealen verplicht meer te laveren tussen een democratiseringsagenda en pragmatische politiek.

De lijnen die Trump uitzet voor de buitenlandse politiek zijn bovendien gericht op een meer geïsoleerde rol van Amerika op het wereldtoneel. Dat zou gevolgen kunnen hebben voor de inzet van Amerikaanse troepen in Afrika. Tegelijk geldt dat beide kandidaten zich hardmaken voor veiligheid, wat de inzet van Amerikaanse troepen in Afrika logisch maakt.

Afrikanen zijn intussen niet per se negatief over de optie-Trump. Sommigen zien hem als een sterke man, die bovendien een zakelijke achtergrond heeft. Dat zou nog weleens goed kunnen uitpakken voor Afrika, is de gedachte.

Trumps opmerking, in december, dat hij de Zimbabwaanse dictator Robert Mugabe en de Ugandese heerser Yoweri Museveni zou willen opsluiten, viel in sommige kringen bovendien goed. „Waar is onze ‘Donald Trump’, wanneer we hem nodig hebben?” vroeg de Ghanese journalist Kaku Adu-Gyamfi zich af. Anderen merken echter op dat Trump zelf wel erg op deze twee potentaten lijkt.

In een artikel op de Amerikaanse nieuwssite VOA merkte Witney Scheidman van het Brookings Instituut op dat het Amerikaanse Afrikabeleid zich al jaren kenmerkt door continuïteit. Zowel de regering-Bush als -Obama voerde in grote lijnen dezelfde politiek. „Ik verwacht dat ook in een volgende regering deze consensus over partijlijnen heen zal blijven bestaan.”

Oost-Azië

„Met Clinton weet je wat je hebt, bij Trump hoor je wat je krijgt.” Zo ongeveer valt het verschil tussen die twee te typeren, zonder direct op de inhoud van beider programma’s te focussen. Hillary Clinton was minister van Buitenlandse Zaken onder Obama I en is ook nog eens echtgenote van Bill Clinton. Trump is daarentegen een volstrekte nieuwkomer. De wereld kent hem nauwelijks, hooguit via zijn campagnepraatjes.

Als het om Amerika’s buitenlandse politiek gaat, hangt het er maar van af hoe tevreden of ontevreden je was met Hillary Clinton aan het roer of op de (niet zo verre) achtergrond als first lady. En die (on)tevredenheid wordt weer bepaald door de positie die je inneemt. Zo maakt het in Oost-Azië verschil of je met iemand uit China praat, of iemand uit Japan, Taiwan, de Filipijnen of Zuid-Korea.

Clinton was als bewindsvrouw onder Obama I betrokken bij de ”American Pivot”, de terugkeer van de VS naar Oost-Azië als strategisch belangrijke regio. De ”pivot” was indirect bedoeld om het steeds zelfbewuster wordende China in bedwang te houden.

Trump heeft zich de afgelopen maanden regelmatig kritisch uitgelaten over die Amerikaanse bemoeienis met Oost-Azië en gezinspeeld op een terugtrekkende beweging van zijn land zodra hij aan de macht is. Aan hem hangt dan ook het label van Amerikaans isolationisme, en de buren van China huiveren bij dat woord.

In Japan was de reactie op Trumps dreigement om het naoorlogse veiligheidspact tussen de VS en Tokio op te zeggen, niet mals. Grote delen van de bevolking vinden het namelijk prima dat de VS de veiligheid garanderen, vanwege het Japanse oorlogsverleden. Ze vrezen heftige confrontaties met China bij het wegvallen van de Amerikaanse invloed.

Trump durfde ook nog eens voor te stellen dat Japan en Zuid-Korea zelf maar kernwapens moesten gaan aanschaffen, en daarmee gaf hij blijk van wel heel weinig inzicht in de uiterst precaire machts­verhoudingen in de regio (met China als enige kernmacht).

Het zal niemand verbazen dat China anders dan Japan en Zuid-Korea tegen de twee presidentskandidaten aankijkt. Of, zoals een commentator het onlangs zei: Alleen al het feit dat Trump anti-Hillary is, maakt hem populair bij de Chinezen.

Peking kent Clinton maar al te goed uit haar vorige functies, waarin ze zich sterk maakte voor de mensenrechten in China en Peking hekelde om het agressieve beleid in de Zuid-Chinese Zee. Verder was zij betrokken bij de door China zo verfoeide Amerikaanse ”pivot” in Oost-Azië. Een ideologisch gedreven criticaster, vinden de Chinezen Clinton.

Trump is als zakenman veel pragmatischer, denken ze en sowieso meer gericht op economische kwesties, en daar weten de Chinezen meer raad mee dan met politieke en humanitaire zaken.

Toch zijn er ook in China sympathisanten van Clinton, en niet de minste. Qian Liwei, onderzoeker aan het invloedrijke China Instituut voor Hedendaagse Internationale Relaties in Peking, is bijvoorbeeld vol lof over Clinton. Zij zou de buitenlandse politieke ideeën van de Chinezen goed begrijpen en het belang van de goede relaties tussen de China en de VS onderkennen.

Meer over
Witte Huis

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer