Dat heeft staatssecretaris Dekker van Onderwijs vrijdag geantwoord op Kamervragen over de klacht van voormalig Kinderombudsman Marc Dullaert dat duizenden kinderen volstrekt onnodig thuis zitten, omdat een deel van de scholen en gemeenten onvoldoende zijn best doet een passende onderwijsplek te vinden.

Dekker erkent dat Dullaert „helaas” gelijk heeft. „De samenwerking komt soms moeilijk van de grond en het vinden van passend aanbod gaat niet snel genoeg.” Hij moet tevens toegeven dat het terugdringen van het aantal thuiszitters wordt bemoeilijkt doordat scholen, gemeenten en jeugdzorg ruziën over wie welke kosten op zich dient te nemen.

Als scholen hun zorgplicht ontduiken, kan dat worden gemeld bij de inspectie, stelt Dekker. Die neemt dan contact op met de directeur van de school. „Vaak lukt het dan om tot een oplossing te komen.” Als scholen toch niet over de brug komen, kan de inspectie een deel van hun bekostiging opschorten of inhouden.

„Uitgangspunt is en blijft dat alle kinderen onderwijs en zorg op maat ontvangen”, aldus de bewindsman. Scholen hoeven volgens hem niet bang te zijn dat de inspectie hen slecht beoordeelt als het slagingspercentage daalt. „Als scholen meer leerlingen aannemen die extra ondersteuning nodig hebben, worden ze daar niet op afgerekend.”