Deze keer is het een thuis­wedstrijd: het NK heeft plaats in hun woonplaats Houten. Bram doet voor het eerst bij de senioren mee. Een jongere mag van de Stratego­bond tot z’n 14e bij de junioren meedoen, maar de oudste van de drie broers wil het weleens tegen oudere tegenstanders proberen.

Een groot verschil tussen de junioren en senioren is de klok. Bram: „De senioren spelen op tijd. Beide spelers hebben 55 minuten. Je kunt zelf bepalen of je over een zet lang of kort nadenkt. Na een zet moet je de klok indrukken.”

Zijn broers geven toe: er komt bij stratego meer kijken dan alleen een sterke opstelling en goede strategie. Daniël: „Soms kun je aan iemands gezicht al iets zien. Ik let daar altijd op. Dat lukt alleen als je op het bord tegen iemand speelt. Online kan dat helaas niet.”

Online stratego spelen blijkt de oplossing voor een probleem dat de broertjes Geelhoed een paar jaar terug hadden. Omdat het spel niet zo vaak gespeeld wordt als bijvoorbeeld schaken, zijn de tegenstanders schaars. Ze waren vooral op elkaar aangewezen.

Hoewel het bord nog regelmatig uit de kast wordt gehaald, is het drietal vooral op internet actief. Via stratego.com spelen ze met een eigen account tegen opponenten uit de hele wereld. „Ik moet over een kwartier nog tegen iemand uit België”, zegt Daniël.

Hij speelt zo’n zes digitale potjes per week, Bram komt er aan vier keer. Thomas, die als enige van de drie nog op de basisschool zit, spant de kroon. „Ik speel denk ik acht keer per week.”

Andere spellen doen ze nauwelijks. Het draait bij hen allemaal om stratego. Thomas heeft er zelfs een spreekbeurt aan gewijd. Met succes. „Een paar kinderen uit mijn klas spelen het nu ook.”

Op deze manier kwamen de jongens vijf jaar geleden zelf ook in aanraking met het spel. Bij een klasgenoot werd thuis stratego gespeeld. Toen het ook in huize Geelhoed werd geïntroduceerd, waren de broertjes meteen verkocht. Thomas was 3, maar hij kreeg het snel onder de knie.

De kans is groot dat Thomas zaterdag op het NK Daniël op zijn weg vindt. En dan gaat het er serieus aan toe. Daniël: „Thuis spelen we nog wel eens lolpotjes. Die gaan eigenlijk nergens over. We gokken dan veel te veel. Maar op het NK doen we dat echt niet.”

Wat stratego volgens Bram, Daniël en Thomas zo leuk maakt, is de afwisseling. Bram: „Elk potje is anders. Bij schaken begin je vanuit een vaste opstelling. Maar bij stratego bepaal je zelf hoe je begint. De ander kan jouw opstelling niet zien. Pas als twee stukken elkaar tegenkomen, weet je van elkaar wat ze zijn. Daarom hoort ook bluffen er bij. Je kunt doen alsof een stuk belangrijk is, terwijl dat niet zo is.”

De drie hebben zelfs een eigen strategotaaltje ontwikkeld. Dat kan eenvoudig een afkorting zijn. Zo heet de kolonel ”kolo”. Maar meestal is het ingewikkelder. Want dat ”rapselen” staat voor het ruilen van een stuk tegen een gelijk stuk van de tegenstander, dat weet de concurrentie niet.