Europese beurzen in mineur
De Europese aandelenbeurzen koersten vrijdagmiddag opnieuw in de min. De Amsterdamse AEX-index trok daarmee de negatieve lijn door die nu al bijna twee weken aanhoudt in aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De hoofdgraadmeter van het Damrak sloot op 24 oktober voor het laatst met een duidelijke winst.
De AEX stond omstreeks 15.45 uur 0,5 procent in de min op 440,27 punten. Daarmee zakte de index weer tot onder het niveau waarop 2015 werd afgesloten. De MidKap daalde 1,2 procent tot 634,24 punten. De graadmeters in Frankfurt, Parijs en Londen verloren 0,6 tot 1,5 procent.
DSM, dat een dag eerder hard daalde, was een van de weinig stijgers met een plus van 2,1 procent. Philips steeg een fractie na een aankondiging van nieuwe groeidoelen. ArcelorMittal stond onderaan met een verlies van bijna 2 procent.
In de MidKap was Air France-KLM de grootste verliezer. De luchtvaartcombinatie leverde 4,8 procent in na negatieve uitlatingen van analisten en het nieuws dat concurrent IAG zijn groeiambities voor de komende jaren heeft getemperd. Het moederbedrijf van British Airways en Iberia verloor in Londen bijna 2,9 procent aan beurswaarde.
Bij de kleine fondsen aan het Damrak was Van Lanschot met een plus van 2,8 procent een opvallende stijger. De bank meldde meevallende kwartaalresultaten en een versterkte kapitaalbuffer.
In Frankfurt ging mediabedrijf ProSiebenSat.1 7,6 procent onderuit na de verrassende bekendmaking van de uitgifte van nieuwe aandelen. Het bedrijf wil 570 miljoen euro ophalen voor overnames. Commerzbank en BMW gingen met respectievelijk 1,2 en 0,2 procent omlaag na publicatie van kwartaalresultaten. In Parijs werd cosmeticabedrijf L’Oréal 2 procent meer waard dankzij sterke cijfers.
Cementreus LafargeHolcim werd in Zürich beloond met een stijging van 1,7 procent voor een winststijging in de voorbije maanden. Op de Zwitserse beurs won luxegoederenverkoper Richemont, bekend van Cartier, 6,2 procent na de melding van een stoelendans in de top van het concern.
De prijs van een vat Amerikaanse olie stabiliseerde op 44,64 dollar. Brentolie werd 0,4 procent goedkoper op 46,12 dollar. De euro was 1,1111 dollar waard tegenover 1,1095 dollar bij het slot van de Europese beurzen op donderdag.