Volgens de kortgedingrechter in Den Haag wekt de partytent „dezelfde algemene indruk en maakt daarom inbreuk op het modelrecht”. Als de Nederlandse ketens, beide onderdeel van winkelbedrijf Blokker Holding, zich niet houden aan het woensdag opgelegde verbod, moeten zij een dwangsom betalen van 10.000 euro per dag. Sowieso moet ruim 15.000 euro aan proceskosten aan de Chinezen worden uitgekeerd.

Zhengte beschuldigde Blokker ervan dat het zijn partytenten had nageaapt. Het Chinese bedrijf stapte daarom naar de rechter. Die drong in eerste instantie aan op een schikking. De partijen kwamen er echter onderling niet uit, waardoor de rechter zelf het laatste woord nam.

Zhengte voerde in zijn pleidooi aan dat het enige verschil tussen de partytent van Blokker en het eigen model het balletje betrof op de verticale stangen van de eigen tent. Daarbij merkten de Chinezen ook op dat zij hun ‘Butterfly Gazebo’ in Nederland voornamelijk zonder dit balletje aan de man brengen.

Blokker Holding zegt in een reactie gehoor te zullen geven aan de uitspraak. De verkoop van de bewuste partytenten was vanwege de hele discussie al gestaakt.

Volgens Blokker gaat het overigens „in essentie” om een geschil tussen twee Chinese partijen. Blokker had de partytent ingekocht bij een andere producent uit het Aziatische land en was er daarbij vanuit gegaan dat die geen rechten van andere bedrijven schond.