Kerk & religie

Dankdag

Psalm 118:1b

Maarten Luther
2 November 2016 08:23Gewijzigd op 16 November 2020 08:08

„Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.”

Deze vriendelijke gunst bewijst God zeer rijk met Zijn dagelijkse en eeuwige goedheid. Immers: „Zijn goedheid duurt in eeuwigheid.” Dat betekent: zonder ophouden doet Hij voor ons steeds het beste, schenkt ons lichaam en ziel, behoedt ons dag en nacht, onderhoudt zonder ophouden ons leven, laat zon en maan over ons schijnen en laat hemel, vuur, lucht en water ons dienen, doet uit de aarde wijn, koren, voedsel, hout en het nodige groeien. Hij geeft ons goud en zilver, huis en hof, vrouw en kind, vogels, vissen – kortom: wie kan het alles optellen? Alles in overvloed, alle jaren door, ja zelfs elk ogenblik. Want wie kan naar waarde schatten dat Hij ons gezonde ogen of handen geeft en die onderhoudt? Wanneer wij ziek zijn of een van onze ledematen moeten missen, bemerken wij pas wat voor weldaad het is een gezond oog, een gezonde hand, voet, been, hoofd, neus, vinger te hebben. Evenzo wat voor grote genade het is brood, kleren, water, vuur, huis en andere dingen te hebben. Als wij mensen niet zo blind en ten aanzien van Gods goede gaven niet zo oververzadigd en onachtzaam waren, dan zouden wij moeten erkennen dat er geen mens op aarde is die niet zo vele goederen bezit dat hij geen keizerschap of koninkrijk zou aanvaarden wanneer hij in ruil daarvoor van deze goederen beroofd zou worden.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg (”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer