Na de aardbeving zitten kerken Ecuador vol
De gevolgen van de aardbeving die Ecuador op 16 april trof, zullen over een paar jaar nog merkbaar zijn, denkt Lennard Elenbaas. Hij is voor de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) uitgezonden naar het Zuid-Amerikaanse land.
„Hoewel onze belangrijkste taak de Evangelieverkondiging is, zullen wij als kerkelijke gemeente getroffen mensen blijven steunen in de moeilijke omstandigheden waarin zij zijn terechtgekomen. Het is belangrijk om barmhartigheid te tonen”, zegt Elenbaas.
Na de aardbeving vroeg een taxichauffeur de evangelist wat God wilde zeggen met die zware aardschok. „Veel mensen vragen zich af of God ons straft als Hij de aarde laat beven. Hoewel een aardbeving een gevolg is van onze zonden, vind ik het moeilijk om deze ramp te zien als een rechtstreekse straf van God. Ik denk dat Hij ons vraagt om bereid te zijn voor de dag waarop Hij terugkomt.”
Sinds de aardbeving zitten de kerken in de stad Portoviejo vol. Elenbaas: „Dat vind ik bijzonder om te zien.” Veel mensen in Ecuador zijn gedoopt in de Rooms-Katholieke Kerk, maar leven nauwelijks mee met de kerk. Na de aardbeving nam het kerkbezoek toe, ook onder rooms-katholieken.
Weg
Elenbaas woont samen met zijn vrouw Hester en zes van hun zeven kinderen sinds 2013 in Ecuador. Eerst in Quevedo en sinds januari in Portoviejo, een stad van ruim 220.000 inwoners die op 16 april zwaar getroffen werd. „We ervaren dat de Heere ons hier in Ecuador heeft geroepen”, zegt Elenbaas. „Wij zoeken naar wat Gods weg is voor ons.”
In het centrum van de zwaar getroffen stad hebben inwoners een gedenkteken voor de slachtoffers van de ramp geplaatst met het opschrift: ”De mensen die bedolven zijn, zullen nooit weer bedolven worden”. En: ”Ik geloof, hoop en vertrouw. Wij zullen ons samen weer oprichten”.
Elenbaas herinnert zich de dag goed. „Op die bewuste zaterdagavond, om zeven uur, dronken we koffie. Opeens zwiepten de muren heen en weer. Normaal stopt dat schudden bij een aardbeving na twintig tot dertig seconden, nu schokte de aarde wel twee minuten lang. Toen de bevingen in kracht afnamen, ging ik direct naar de keuken, waar een van mijn dochters kort voor de aardbeving naartoe was gegaan. Ik moest in het donker tasten omdat de elektriciteit door de schokken was uitgevallen. Gelukkig stonden we na de aardbeving veilig met elkaar op de patio, waar we de Heere dankten dat we nog leefden.”
Daarna reed het gezin naar de kerk. „Om te zien of onze zonen die daar waren ongedeerd waren gebleven. Ze bleken veilig. Daarna bezochten we tot diep in de nacht gemeenteleden.”
Op straat was nergens licht. Er liepen veel mensen bepakt met matrassen en kleding. „Het gerucht ging dat de stuwdam was beschadigd door de aardbeving en dat de wijk binnen de kortste keren onder water zou komen te staan. Van de brandweer hoorde ik echter dat er geen schade was – dat was vastgesteld tijdens een helikoptervlucht.”
Een echtpaar uit de gemeente was op zoek naar zijn kinderen. „Samen baden we om bewaring en nog tijdens ons gebed kwam er een motor aanrijden waarop de kinderen zaten. Alle gemeenteleden zijn gespaard gebleven.”
Moment
Elenbaas constateert dat de aardbeving op een ‘gunstig’ moment plaatsvond. „Scholen zijn op zaterdagavond gesloten en kantoren leeg. Het officiële dodental staat op 700. De ramp zou veel meer slachtoffers hebben geëist als openbare gebouwen open waren geweest, want juist veel van die bouwwerken zijn ingestort door de aardbeving.”
Veel Ecuadoranen zijn dakloos geworden en leven nu op straat. „Na de aardschok waren brandweer en leger meteen paraat om de openbare orde te bewaken, maar de hulp voor slachtoffers kwam pas na een dag of vijf op gang. De meeste hulporganisaties verlieten Ecuador twee maanden na de ramp. Direct na de aardbeving was er geen stroom en geen water en bleven winkels gesloten. De prijzen van levensmiddelen schoten toen omhoog.”
De zondagse avondkerkdienst op de dag na de ramp werd vervroegd naar 17.00 uur, zodat de dienst bij daglicht kon plaatsvinden. „Daarnaast riepen we slachtoffers op zich bij de kerk te melden. Met ons busje haalde ik in gebieden die minder zwaar getroffen waren water om uit te delen. Die waterdistributie herhaalden we zolang er gebrek was aan drinkwater. Omdat de meeste ziekenhuizen ingestort, zwaar beschadigd of gesloten waren, zorgden we ook voor medische middelen, zoals insuline voor mensen met suikerziekte.”
Via de diaconale stichting Estéban deelden Elenbaas en zijn team pakketten uit met eerste levensbehoeften. Met behulp van gemeenteleden konden ze de gezinnen bereiken die de middelen het hardst nodig hadden. „Tot eind juni organiseerden we zo’n acht momenten waarop we voedsel uitdeelden. Per keer zo’n 300 pakketten. Telkens lieten we vier mensen naar binnen om een pakket in ontvangst nemen, om zo de chaos en problemen te voorkomen die waren ontstaan bij voedseldistributies van politie en overheid. Soms reden legertrucks een wijk in en gooiden pakketten lukraak uit de truck. Alleen de sterksten kregen zo water en voedsel te pakken. Pas na een paar weken keerde de rust terug.”
Dit is het eerste deel van een tweeluik over christelijke noodhulp in Ecuador na de aardbeving. Morgen het slot.
Blij met Nederlandse hulp
Lennard Elenbaas, evangelist voor ZGG in Ecuador, is dankbaar voor de hulp die vanuit Nederland geboden werd voor de slachtoffers van de aardbeving op 16 april. „Nederlandse kerken collecteerden, via het deputaatschap Bijzondere Noden van de Gereformeerde Gemeenten, voor de gedupeerden. En ze vroegen hoe ze konden helpen. Zo ontstond het plan om via de diaconale stichting Estéban getroffen Ecuadoranen te helpen met de herbouw van hun huizen. De hulp betrof niet alleen gemeenteleden, maar ook hun buren.”
Elenbaas ontving honderd aanvragen voor hulp. „Het is de bedoeling dat mensen daarbij zelf ook de handen uit de mouwen steken: ze maken cement of koken eten voor de bouwvakkers. Vanuit heel de wijk komen mensen bijeen om te klussen. Het was lastig om alle vergunningen voor de herbouw van de huizen rond te krijgen, omdat niet alle officiële eigendomspapieren in orde waren. Uiteindelijk kregen we, door goede contacten van een van de leden van de kerk, van de gemeente toestemming voor de herbouw van de huizen van alle honderd zwaar gedupeerden.”
Ingenieurs beoordeelden de aanvragen en gaven hun goedkeuring voor de herbouw van de huizen. Inmiddels blijkt dat er in de getroffen stad meer behoefte is aan deze hulp bij herstel en wordt mogelijk een vervolgproject opgestart. Elenbaas over de hulp die de overheid biedt: „Er is wel een programma waarmee huizen kosteloos worden hersteld, maar gedupeerden kunnen ook renteloos lenen: 3000 Amerikaanse dollar per huishouden. Mensen die dit geld van de overheid lenen, moeten dat bedrag binnen vijf jaar terugbetalen. Ik vraag me af of en hoe ze dat ooit kunnen opbrengen.”