Partner in tweeverdienersgezin werkt vaak belastingvrij
In iets minder dan de helft van alle tweeverdienersgezinnen met kinderen werkt één van beide partners geheel belastingvrij.
Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Wiebes van Financiën op vragen van SGP-Kamerlid Dijkgraaf over het belastingplan voor 2017, waarover de Tweede Kamer de komende weken met de VVD-bewindsman debatteert.
Wiebes stelt dat van de circa 1 miljoen tweeverdienersgezinnen met kinderen onder de 12 jaar er in „ongeveer 400.000” gezinnen door de minstverdienende partner maximaal 20.000 euro wordt verdiend. Uit berekeningen die hoogleraar staats- en bestuursrecht Jos Teunissen onlangs maakte voor het Reformatorisch Dagblad, blijkt dat de minstverdienende partner in dergelijke tweeverdienersgezinnen vanaf 2017 geen euro meer afdraagt aan belasting over zijn of haar bruto-inkomen tot ruim 20.000 euro. Dit belastingvoordeel voor de minstverdienende partner staat geheel los van de hoogte van het inkomen van de andere partner.
Doordat tweeverdieners met kinderen dit extra voordeel hebben en eenverdieners niet, is de laatste groep onder de streep fors slechter af bij de fiscus. Eerder bleek al dat eenverdieners met een inkomen van 40.000 euro vanaf volgend jaar tot bijna zes keer meer belasting betalen dan tweeverdieners met exact hetzelfde gezinsinkomen.
Tweeverdieners profiteren meer van alle heffingskortingen (algemene heffingskorting, arbeidskorting) die zij in tegenstelling tot eenverdieners dubbel ontvangen. Bovendien ontvangen tweeverdieners met kinderen daarnaast ook de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK), een belastingvoordeel dat oploopt tot bijna 3.000 euro.
Omdat met name het huidige kabinet de heffingskortingen fors heeft verhoogd (en tevens inkomensafhankelijk heeft gemaakt) zijn de verschillen in netto-koopkracht tussen gezinnen die bruto exact hetzelfde verdienen fors opgelopen. Daarbij zijn gezinnen waarin beide partners ongeveer de helft van het gezinsinkomen verdienen verreweg het gunstigst af, vergeleken met gezinnen waarin, om welke reden dan ook, slechts één van beide partners betaalde arbeid verricht.
SGP-Kamerlid Dijkgraaf is beduusd door de cijfers van Wiebes. „Al eerder vroegen we hoeveel partners van tweeverdieners nul euro belasting betalen. Toen kregen we geen antwoord. Nu snap ik waarom. Het blijken er maar liefst vierhonderdduizend te zijn. En dat terwijl eenverdieners de hoofdprijs betalen. Er is geen enkele reden te verzinnen hoe je kunt rechtvaardigen dat het tweede inkomen zo weinig belast wordt. Hen een redelijke belasting laten betalen en met de opbrengst de lasten van eenverdieners verlagen is wat moet gebeuren.”
Eerder dit jaar stelde ook de fiscale werkgroep van de ambtelijke studiecommissie (die het kabinet in een uitvoerige nota van advies voorzag over het belastingstelsel) al vast dat het fiscale stelsel via de heffingskortingen en dan met name de IACK de belastingdruk voor de tweede verdiener in tweeverdienersgezinnen verlaagt. „Tellen we daar nog de kinderopvangtoeslag bij op, dan kent een deel van de tweede verdieners zelfs een negatieve belastingdruk”, aldus de commissie.
Desondanks stellen de ambtenaren aan het kabinet voor om de IACK (“een van de meest effectieve maatregelen om het aanbod van arbeidskrachten te stimuleren”) in de toekomst nog verder te verhogen, waardoor het bestaande verschil in belastingdruk tussen een- en tweeverdienershuishoudens nog groter wordt.