Lous Thomas over de strijd rond haar geboortestad Mosul
Vol spanning volgen Armeense christenen de strijd rond Mosul. De Iraakse stad is al meer dan twee jaar in handen van IS. Lous Thomas (26), studente in Amsterdam en geboren in Mosul, schermt zich voor een deel van het nieuws af. „Als ik zie wat mensen elkaar aandoen, kan ik er soms even niet tegen.”
TOEN
Mosul ken ik vooral uit de verhalen van mijn ouders. Zij zijn de stad ontvlucht toen ik drieënhalf was. We behoren tot de Armeens-Orthodoxe Kerk, dus zowel etnisch als religieus maakten we deel uit van een minderheid. Het was in Mosul wel redelijk veilig, maar de christenen hadden het moeilijk. Anderen stelden zich vaak onverdraagzaam op tegenover christenen. Je kon niet echt een goed bestaan opbouwen.
In 1994 gingen we naar Jordanië. Na bijna een jaar trokken we naar Armenië, een paar maanden later naar Nederland. Dat was voor mijn ouders een grote verandering: een heel andere samenleving, met andere tradities en een onbekende taal. Zelf was ik bijna vijf; ik ging direct naar groep 2. Ik spreek het Armeens en het Nederlands allebei vloeiend.
In 2006 ben ik in Mosul geweest. In 2013 bezochten we alleen het Koerdische deel van Irak. In Mosul hadden we toen niets meer te zoeken, want al onze familieleden waren er weggevlucht. In de omgeving van de stad hebben we nog wel wat verwanten.
Het onrecht dat wij als volk en als christenen hebben moeten ondergaan, heeft ertoe geleid dat ik in Groningen en later in Amsterdam rechten ben gaan studeren. Ik heb me gespecialiseerd in internationaal en Europees recht.
Mijn bachelorscriptie ging over de rechten van christenen in Irak. Onder het bewind van Saddam Hussein hadden we het redelijk, hoewel er over de bescherming van minderheden weinig op papier stond. Nadat Hussein in 2003 was afgezet, werd er met moeite een grondwet opgesteld. Daarin werden de rechten van minderheden erkend. Naast Armeens-orthodoxen ging het onder andere om rooms-katholieken en Syrisch-orthodoxe groepen.
Tal van internationale organisaties en ook het Vaticaan hebben zich voor het waarborgen van de godsdienstvrijheid in de Iraakse grondwet ingezet. Irak heeft zelfs geprobeerd een constitutioneel hof in te richten.
De praktijk was echter weerbarstig. En nu is het land feitelijk in een aantal gebieden uiteengevallen. Waar Islamitische Staat de macht heeft, krijgen etnische en religieuze minderheden geen enkele ruimte.
NU
Wij wonen aan de noordrand van Leeuwarden. In onze stad zijn wel meer Armeniërs, maar die komen bijna allemaal uit Armenië. Veel Iraakse Armeniërs wonen in Almelo. Daar verblijft ook het grootste deel van mijn familie. Wij gaan daar ook naar de kerk. In Amsterdam en andere plaatsen wonen eveneens volks- en geloofsgenoten. Behalve in Almelo zijn er kerken in Amsterdam en Maastricht en parochies in Arnhem, Assen, Eindhoven en Dordrecht.
We voelen ons erg betrokken bij het gebied waar we vandaan komen, dus we volgen het nieuws over de strijd rond Mosul op de voet. Een groot deel van de dag staat het nieuws aan. Het is heel spannend: zal het lukken om de stad op IS te heroveren?
Aan de operatie Free Mosul nemen tal van groepen deel: het Iraakse leger, door Iran gesteunde sjiitische milities, Koerdische peshmerga’s, Iraanse Koerden, Iraakse soennieten, christenen en andere minderheden.
Deze week hebben de aanvallers het gebied ten zuidoosten van Mosul in handen gekregen. De stad ligt op beide oevers van de rivier de Tigris. Er moeten nog zo’n 1,5 miljoen burgers zijn en IS gebruikt hen als menselijk schild. Duizenden mensen vluchten.
Het is aangrijpend om te zien dat het land zo verwoest wordt. En hoe de internationale gemeenschap ermee omgaat. Men heeft niet kunnen voorkomen dat IS een groot gebied in handen kreeg en de mensen er onderdrukt of doodt. Het is te hopen dat IS uit Mosul wordt verdreven, maar het is de vraag wie het dan in de stad voor het zeggen krijgt.
Zelf heb ik besloten niet alles meer te volgen wat er in Irak en Syrië gebeurt. Ik kon alle ellende niet meer aanzien. Al die vreselijke beelden; ik zat er heel erg mee. Je voelt je zo machteloos, want je kunt niets voor de mensen daar betekenen. Niet alleen christenen, maar ook jezidi’s en een deel van de moslims lijden onmenselijk.
We hebben veel voor de mensen daar gebeden: of het geweld mag stoppen en of al die onschuldige mensen zich veilig mogen voelen. Zij lijden onder een groep die denkt dat ze hun gedachtegang aan anderen kan opdringen.
STRAKS
We zien ernaar uit dat Mosul op IS wordt veroverd, maar ik ben niet van plan naar Irak terug te gaan. Het land heeft zich zo sterk tegen christenen gekeerd dat we er niet met een veilig gevoel zouden kunnen wonen. Christenen worden er niet geaccepteerd. En je gaat toch niet terug naar een gebied waar je je niet veilig voelt?
Als er christenen terugkeren naar Mosul, zullen ze er haast geen kerken meer vinden. Die zijn verwoest of hebben een andere functie gekregen. Ook andere religieuze eigendommen zijn vernield.
Sinds kort ben ik vrijwilliger bij het Rode Kruis. Daar behoor ik tot een ”international tracing team”. We proberen contacten te herstellen tussen mensen die elkaar zijn kwijtgeraakt. Zelf richt ik me op Nederland. In asielzoekerscentra verblijven mensen die soms al hun familie en kennissen uit het oog hebben verloren. Die proberen we op te sporen, en dan is het gemakkelijk dat je een internationale organisatie bent. Zo probeer ik toch wat te doen voor de mensen die vanwege de strijd in het Midden-Oosten huis en haard hebben moeten verlaten.