Meisje voorwaardelijk vast na kinderdoodslag
Het zestienjarige meisje dat op 30 december 2014 haar pasgeboren baby doodde en in een vuilniszak op de galerij van een flat in Breda legde krijgt acht maanden cel voorwaardelijk. De kinderrechter in Breda verplichtte haar bovendien tot behandeling bij de GGZ.
De destijds veertienjarige moeder werd een week na de vondst van het lijkje opgepakt en ook al meteen vrijgelaten, zodat ze medische en psychische zorg kon krijgen. Ze was bang dat de familie het kind zou ontdekken.
Het meisje stond veertien dagen terug achter gesloten deuren voor de kinderrechter. Bij de uitspraak was ze niet aanwezig.
Het meisje beviel 27 december bij haar vader thuis op het toilet. Daar heeft ze snel het toilet gereinigd met twee rollen wc-papier en het kind, dat geen geluid maakte, met het vieze papier in een vuilniszak gedaan. Die draaide ze dicht en zette ze op de galerij in de sneeuw. Het lijkje werd drie dagen later gevonden. Volgens de rechtbank kwam het kind om door onderkoeling, ondervoeding, zuurstofgebrek of een combinatie daarvan. Omdat het meisje kon weten dat het kind daaraan kon overlijden, was ze schuldig aan kinderdoodslag.
Niemand heeft haar zwangerschap opgemerkt. Zelf kreeg ze pas na vier of vijf maanden door dat ze zwanger was. Het kind was van haar toenmalige vriendje, vertelde de rechter in haar vonnis.
Vanwege haar leeftijd en problemen met haar identiteitsontwikkeling was ze verminderd toerekeningsvatbaar. Omdat bovendien het Openbaar Ministerie lang wachtte met vervolging, krijgt ze geen onvoorwaardelijke straf.