Cultuur & boeken

Ontregelende gelijkenissen in het Bijbels Museum

Zonder gelijkenis sprak Jezus niet tot de mensen die Hem volgden, schrijft de evangelist Mattheüs. Het Bijbels Museum in Amsterdam heeft een aantal kunstenaars uitgenodigd om eigentijdse beelden bij gelijkenissen uit de Bijbel te maken.

22 October 2016 11:42Gewijzigd op 16 November 2020 07:49
Gelijkenis van de zaaier, Danielle Vidal. Beeld Bijbels Museum
Gelijkenis van de zaaier, Danielle Vidal. Beeld Bijbels Museum

Negen tekenaars van de Nederlandse Kring van Tekenaars en negen „bevriende theologen” van het Bijbels Museum sloegen de handen ineen voor een bijzonder project. Ze moesten zich niet alleen tot elkaar zien te verhouden, maar ook tot de Bijbel en de actualiteit. Elke kunstenaar ging over zijn of haar gelijkenis in gesprek met een van de theologen. De laatsten kregen bovendien de opdracht om voor een breed publiek een uitleg te schrijven bij de gelijkenissen die de tekenaars zouden verbeelden. Teksten en kunstwerken kwamen zo in een intensieve wisselwerking tot stand. Niet voor niets heeft de expositie als ondertitel ”Close Reading-Close Drawing” (nauwkeurig lezen, nauwkeurig tekenen) meegekregen.

Conservator Hermine Pool van het Bijbels Museum omschrijft gelijkenissen (of parabels) als „vaak korte verhaaltjes, bedoeld om de lezer of luisteraar een nieuw inzicht te geven met behulp van beelden uit het dagelijks leven. Ze zijn een beetje ontregelend, houden ons een spiegel voor en dwingen ons tot nadenken over wat we doen of zijn.”

Wat haar betreft kunnen de verhalen steeds opnieuw geactualiseerd worden. „De situatie van de personages uit het verhaal kan bijna altijd vergeleken worden met die van de toehoorders. Dat maakt het spannend en maakt de weg vrij om de actualiteit volop te betrekken in nieuwe kunstwerken en nieuwe beschouwingen over de tekst.”

Pastor Ben de Bock, een van de theologen die bij de expositie zijn betrokken, legt uit dat de oorspronkelijke betekenis van het woord parabel „vanzelfsprekendheden doorbreken” is, het leven op het spel zetten en grenzen doorbreken. „Dan brengt de parabel in het binnenste van de mens een heilzame verwarring teweeg, een ander en ruimer perspectief dan we gewend zijn.”

Paradijs

Die omschrijving is zeker van toepassing op de gelijkenissen die Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde uitsprak; bijvoorbeeld op het verhaal van de barmhartige Samaritaan of dat van de zaaier. Minder vanzelfsprekend is de keus voor het Hooglied of voor het scheppingsverhaal. Ds. Gerhard Scholte, predikant van de Keizersgrachtkerk in Amsterdam, laat er geen misverstand over bestaan dat hij Genesis 2 niet letterlijk neemt. „Die mythische boom [van kennis van goed en kwaad, RL] staat voor de waanzin van elk gewelddadig fundamentalisme. ”Forget it”, zegt dit verhaal. Giftig! Hou het samenleven in de Tuin goed en eet daar niet van! Je zult juist ontdekken, dat het niet goed is jezelf als maat van alle dingen te beschouwen.” Het is maar de vraag of hij daarmee de kern van het scheppingsverhaal heeft weten te treffen.

Janneke Tangelder maakte met pastel en krijt een sfeervol drieluik bij deze Bijbelse geschiedenis. Het hoofdpaneel toont een idyllisch Amsterdams park vol vogels, hazen, waterdieren, bloemen en bomen – met twee mensen die ontspannen op het gras zitten. Het paneel links verbeeldt de donkere en chaotische toestand van het allereerste begin. Op het rechterluik voeren herfstkleuren de boventoon: het verval is ingetreden. Het stormt, kale boomstammen liggen her en der op de grond, vogels fladderen onrustig om een moeder met kind.

Vluchteling

Rode draad in de tentoonstelling is het thema barmhartigheid en liefde. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan komt twee keer voor. Deze gelijkenis laat zich ook gemakkelijk verbinden met de actualiteit van de vluchtelingenproblematiek. Indringend heeft Wim Worm met Oost-Indische inkt een hedendaagse ‘Samaritaan’ geschetst: hij (of zij) draagt een vluchteling uit de zee en brengt hem in veiligheid; op de achtergrond is een bootje zichtbaar, met mensen die het naar alle waarschijnlijkheid niet gaan redden.

Ds. Julia van Rijn, algemeen secretaris voor de gezamenlijke wijkkerken van de Protestantse Kerk Amsterdam, schrijft in haar uitleg bij de gelijkenis: „De vraag is of we bewogen zijn. Van de foto van de verdronken peuter Aylan wordt iedereen beroerd. Daar kunnen we niet met een boog omheen. We hebben beelden en verhalen nodig om niet af te stompen. De gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan en de verbeelding van Wim Worm houden ons scherp. Ze roepen ons op tot bewogenheid, en tot ontferming.”

Wilma Laarakker, die ook deze gelijkenis heeft gekozen, gaat ervan uit dat het in Jezus’ verhaal gaat over „de aard, het wezen van de mens, de kern.” Ze heeft een aantal abstracte tekeningen van softpastel, Siberisch krijt en houtskool op museumkarton gemaakt, de voorkant in rode, de achterkant in zwarte tinten. De rode tekeningen verbeelden de kern, het hart, het mededogen van de mens. De zwarte staan voor de buitenkant, die gesloten is en naar binnen gekeerd. De tekeningen zijn zo opgehangen dat de toeschouwer in de rode kern kan gaan staan. „Maar men kan er ook omheen lopen en kiezen voor het rood of het zwart of voor beide tegelijk”, licht de kunstenaar toe. „Doordat de bladen bewegen door de aanraking van de kijker wordt geen eenduidig beeld gegeven van ‘de aard’ van de mens. Die wisselt: rood of zwart, zoals het ook in het werkelijke leven is.”

Bed, bad en brood

Godelieve Smulders liet zich inspireren door de gelijkenis van de vriend ter middernacht. Ook zij zocht de verbinding met de actualiteit. Een man in nood klopt aan bij een vriend, want hij heeft niets „behalve behoefte aan een bed, een bad en brood.” Deze vriend gaat midden in de nacht naar een andere vriend om drie broden te halen.

Ds. Véronique Lindenburg, predikant van de Grote Kerk te Naarden, veronderstelt dat Jezus in Lukas 11:5-10 aan Zijn hoorders wilde duidelijk maken „hoe de relatie van God met mensen kan zijn. Hij doet dat aan de hand van een voorbeeld van vriendschap tussen mensen.” En: „Het gaat allereerst om het hier en nu, om het delen van de vraag.”

Fel realisme

Van een heel andere orde is de verbeelding van de gelijkenis van de zaaier door Danielle Vidal. Het gaat om een intrigerende installatie van zes tekeningen op plexiglas en doorzichtig papier. Het gestrooide zaad valt op steenachtige grond, onder doorns of het wordt door vogels weggepikt. Maar een deel valt in goede aarde, waar het vrucht draagt.

Dr. Evert Jan de Weijer, predikant van de Thomaskerk in Amsterdam, spreekt van „een gelijkenis met voorbedachten rade”, die zich kenmerkt door „fel realisme.” „Er zijn rotsen. Er zijn vogels. Er is onkruid. Dat is het leven dat zich presenteert als de ondraaglijke hardheid van het bestaan. Het is gebrek aan concentratie. De woekering van gedachten. De waan van de dag en de hype van het moment.”

„Nu ligt de oplossing niet in een voorbeeldig leven”, waarschuwt de protestantse theoloog. „Alsof wij daartoe in staat zijn! Maar er is een deel van het zaad dat vrucht draagt. Dat het geluk heeft in goede aarde te vallen. Daar komt wat mazzel bij kijken. Dat valt je toe. Het gaat ook wat buiten je om. Vroeger noemde men dat genade.”

Mantel der liefde

Opvallend aan de tentoonstelling is dat de Bijbelse boodschap van verlossing en vergeving van zonden in de meeste gevallen schuilgaat achter de –terechte!– oproep tot naastenliefde en een horizontaal gerichte bemoediging voor hen „die hun leven bedolven zagen onder harde steen, vogels en rotsen.”

Daardoor raken Jezus’ woorden soms hun scherpte kwijt. Inderdaad heeft de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus „een nogal harde boodschap”, zoals prof. dr. Johan Goud, emeritus remonstrants predikant, bij het kunstwerk van Francisca Tollenaar schrijft. Maar is het echt waar dat de mantel der liefde het „hele universum van onverschilligheid en eigenbaat enerzijds, gehoorzaamheid en vertroosting anderzijds” omvat? Uit de gelijkenis komt een beduidend minder geruststellend perspectief naar voren voor „rijke mensen.”

Onkruid en tarwe

En vertelde Jezus in Mattheüs 13 niet óók de gelijkenis van het onkruid en de tarwe? Hij gaf er zelfs een niet mis te verstane uitleg bij. „De akker is de wereld; en het goede zaad zijn de kinderen des Koninkrijks; en het onkruid zijn de kinderen des bozen. En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen. Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld.”

Als dát geen verwarrende en ontregelende boodschap is die vanzelfsprekendheden doorbreekt…

bijbelsmuseum.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer