Binnenland

We willen techniekstudenten, maar hebben te weinig plaats

Technische universiteiten slaan alarm omdat ze de hausse aan aanmeldingen financieel niet aankunnen. Het aantal studies dat noodgedwongen studenten moet weren, neemt daardoor toe. De universiteiten leggen de bal bij Den Haag, dat te weinig middelen beschikbaar zou stellen.

Orkun Akinci
21 October 2016 15:03Gewijzigd op 16 November 2020 07:46
Een student aan het werk op de TU Eindhoven. beeld ANP, Joyce van Belkom
Een student aan het werk op de TU Eindhoven. beeld ANP, Joyce van Belkom

Eerst maar even de cijfers: het aantal jongeren dat kiest voor een studie aan een van de vier technische universiteiten (Delft, Eindhoven, Twente en Wageningen) steeg de afgelopen jaren fors. Waren er in 2010 nog iets minder dan 30.000 studenten ingeschreven in de techniek, vorig jaar bleken dat er al bijna 38.000.

Een goede ontwikkeling, want Nederland heeft behoefte aan gekwalificeerd technisch personeel. Niet voor niets sloten onderwijsinstellingen, werkgevers, werknemers, studentenvertegenwoordigers, topsectoren en overheden in april het geactualiseerde Nationaal Techniekpact met twaalf concrete doelen. Die variëren van het structureel aanbieden van techniek op de basisschool tot meer afstemming tussen hoger onderwijs en bedrijfsleven. Een voorwaarde voor dat laatste is in elk geval dat er voldoende professionals worden afgeleverd.

Maar de Technische Universiteiten hebben geldgebrek, stelt bestuursvoorzitter Victor van der Chijs van de Universiteit Twente namens alle TU’s. Hij reageert daarmee op het ongenoegen over de toenemende studentenstops dat ondernemers vorige week in Het Financieele Dagblad uitten.

Van der Chijs: „Wij krijgen een vergoeding per student, aangevuld met een vast bedrag. Dat laatste deel nam de laatste jaren af, terwijl de vergoeding per student veel te laag blijkt – al is die voor TU’s hoger dan bij andere universiteiten. Een techniekstudent kost ons gemiddeld 15.000 euro per jaar, vooral vanwege benodigde laboratoriumruimte, stages en praktijklessen. Veel meer dan bij andere studies moeten docenten over de schouder van de student meekijken. We kunnen die kosten niet onbeperkt uit eigen middelen blijven betalen. Dat gaat een keer fout, dat weten ze op het ministerie ook. Dan gaat het om de gemaakte keuzes.”

Dichte deur

Onderwijsminister Bussemaker merkte echter op dat 40 procent van de techniekstudenten uiteindelijk in een ander vakgebied aan de slag gaat. Met andere woorden, daar valt veel te winnen.

Van der Chijs: „Dit getal kan kloppen, maar geldt dat niet voor meer studies? Ik heb rechten gestudeerd, maar ben ook geen jurist geworden. Misschien moet het bedrijfsleven ervoor zorgen dat het aantrekkelijker wordt om in de sector te gaan werken. Tegelijkertijd maken studenten hun eigen keuzes.”

Volgend jaar voeren acht studies een numerus fixus in, wat inhoudt dat een deel van de studenten zal worden geweigerd. „Dit gebeurt om kwaliteit te kunnen blijven garanderen”, zegt Van der Chijs. Terwijl enerzijds jongeren worden gestimuleerd om voor een technische studie te kiezen, staan ze het volgende moment dus voor een dichte deur.

Probleem verplaatsen

Zijn er alternatieven? „Studenten gaan hoe dan ook studeren, maar gaan dan niet voor hun eerste keuze of de studie die hun de beste kansen op de arbeidsmarkt biedt. Wie technische geneeskunde wil studeren, kan bijvoorbeeld ook voor biomedische techniek kiezen. Maar is dat wat we willen? Bovendien verplaatsen we dan de problemen, want andere studies raken ook vol.”

Voor een oplossing hoopt Van der Chijs op de volgende kabinetsperiode. „Dit probleem kun je niet in een handomdraai wegnemen. De minister heeft daarom al laten weten dat het volgende kabinet zich hierover moet buigen. Ik ben benieuwd.”


Minister wil in gesprek gaan

Redactie politiek

DEN HAAG. Minister Bussemaker van Onderwijs is bereid om in gesprek te gaan met de technische universiteiten om te voorkomen dat er nog meer studentenstops komen. Extra geld zal de bewindsvrouw niet meebrengen, zo verklaarde haar woordvoerder gisteren. De extra middelen moeten komen uit een herverdeling van de bestaande financiën. 
Nu is er in ieder geval geen extra geld. Of er structureel meer geld bij moet, is een 
zaak van het volgende kabinet.

Volgens de woordvoerder zijn de studentenstops „niet wenselijk, maar wel begrijpelijk.” Sommige opleidingen groeien zo snel dat de onderwijskwaliteit in het geding komt. „Dat was bijvoorbeeld het geval bij bouwkunde in Delft. Daar hadden ze het vorig jaar en nu niet meer.”

Er zijn nu vier technische opleidingen met een numerus fixus, volgend jaar acht, maar volgens de woordvoerder zijn er tal van technische studies waar geen studentenstop is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer