Yoga voor militairen? Daar win je de oorlog niet mee.
Daar win je de oorlog niet mee. Dat was de algemene reactie op het nieuwsbericht dat het ministerie van Defensie yoga gaat aanbieden aan Nederlandse militairen. Yoga? Het leger heeft geen watjes nodig. Vertel die militairen dat dit geen theekransje is, was een van de reacties in de media: „Als je denkt dat niet aan te kunnen, moet je maar bij een bank gaan werken of word je toiletjuffrouw.”
De ondertoon in zulke reacties is heel begrijpelijk. Ook al is er geen reden om te spreken over een koude oorlog, toch voelt ieder aan dat de verhouding tussen het Westen en Rusland verslechtert. Voeg daarbij dat de krijgsmacht de laatste jaren flink aan slagkracht heeft ingeboet, en dan ligt het niet voor de hand om de remedie te zoeken in yogaoefeningen als de lotushouding, gebroken kaars of de liggende vlinder.
De opwinding over die yogalessen komt echter vooral voort vanuit een verouderd machodenkbeeld rond het leger. Bij de huidige krijgsmacht zijn spierbundels minder belangrijk dan stressbestendigheid of het vermogen om je te concentreren. Dat vraagt andere technieken en oefeningen, zeker voor militairen van wie meer mentale dan fysieke inspanning wordt gevergd. Het verleden heeft geleerd dat veel militairen ook bij vredesmissies zeer traumatische ervaringen opdoen die ze hun leven lang meedragen.
Goed dat de krijgsmacht hier oog voor heeft. Daarom is er ook militaire geestelijke verzorging, waarbinnen al veel langer wekelijkse yogalessen worden aangeboden. Dat gebeurt door een krijgsmachtpandit in dienst van de Hindoe Geestelijke Verzorging.
Daaruit blijkt al dat deze yogalessen niet kleurloos zijn. Yoga bevat een diepere boodschap van geweldloosheid en vrede. In de VS, waar yoga al langer deel uitmaakt van fitnesstrainingen van militairen, is die discussie al gevoerd. Yogaleraren hebben er geen moeite mee als er sprake is van een rechtvaardige oorlog. Daarachter zit de pragmatische redenering dat die strijd ook aan de wereldvrede bijdraagt.
Yoga en yogalessen zijn verre van neutraal, en dat maakt de stap van de krijgsmacht bedenkelijk. Yoga is geen onschuldige ademhalingstechniek. De lichamelijke en de spirituele componenten zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Dat yoga zo gangbaar is geworden, illustreert dat het christendom op z’n retour is, stelt de Amerikaanse theoloog Albert Mohler. Bij yogalessen en bij de behandeling van stress en trauma’s is er sprake van meditatie- en ontspanningstechnieken als zoektocht naar harmonie, vrede en geluk in zichzelf. Dat klinkt aantrekkelijk, maar staat haaks op de christelijke boodschap, die een heel andere weg tot vrede aanwijst.
De Nederlandse militaire geestelijke verzorgers met een hindoeachtergrond proberen al enige tijd yogalessen gemeengoed te maken. Vanuit hun optiek begrijpelijk, maar dat het ministerie daar nu op ingaat, is verre van vanzelfsprekend. Ontspanning en ontstressen zijn nodig, maar als het gaat om geestelijke verzorging ligt het voor de hand om Nederlandse militairen terug te brengen bij een levensovertuiging die aan de wortels ligt van onze vaderlandse cultuur. Geen oosterse meditaties dus, maar een boodschap van vrede in Gods Zoon. Niet voor vrienden, maar voor vijanden. Daar win je de oorlog mee.