Binnenland

Gratis college: hoe veiligheidsdiensten terreurplannen verijdelen

Hoe steek je op tijd een spaak in het wiel van lieden met terreurplannen? „Kruip in de huid van je tegenstander”, zegt onderzoeker Willemijn Aerdts. Dinsdagavond geeft ze op televisie een college over de werkwijze van inlichtingen- en veiligheidsdiensten.

J. Visscher
18 October 2016 14:24Gewijzigd op 16 November 2020 07:40
Aerdts.  beeld Ed  Lonnee
Aerdts.  beeld Ed Lonnee

Is Schiphol vorig jaar ontsnapt aan een terreuraanslag? In vragen van Nederlandse politici enkele weken geleden klonk bezorgdheid door. Aanleiding voor de onrust was een onthulling van de Franse krant Le Monde.

Die meldde dat twee leden van de terreurcel van Islamitische Staat (IS) in november vorig jaar een enkele reis naar Schiphol maakten. Dat was op de dag dat de IS-groepering bloedige aanslagen pleegde in Parijs, onder meer op theater Bataclan.

Kroop Duitsland een paar weken geleden door het oog van de naald? Commotie ontstond er immers in verband met de klopjacht op en de arrestatie van de 22-jarige Syrische asielzoeker Jaber Albakr. De IS-aanhanger had 1,5 kilo springstof in huis liggen en leek op het punt te staan een terreuraanslag te plegen op een Berlijns vliegveld. Zover kwam het niet; vorige week beroofde de man zich in zijn cel van het leven.

Zonneklaar is dat het dé grote nachtmerrie is van inlichtingen- en veiligheidsdiensten: achter het net vissen; niet op tijd zijn om terreurplannen te verijdelen.

Geheim agenten

Nu weten veiligheidsdiensten naar schatting 95 procent van de beraamde terreuraanslagen te voorkomen, stelt Willemijn Aerdts, onderzoeker inlichtingenstudies aan de Universiteit Leiden. Dinsdagavond geeft ze college op tv-kanaal NPO 3 over de werkwijze van inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De lezing is een initiatief van de ”Universiteit van Nederland”, een onlineplatform waarop „iedereen gratis colleges kan volgen bij de beste wetenschappers.”

Hoe kunnen er nog meer terreurplannen worden verhinderd?

„Veiligheidsdiensten moeten in de huid van hun tegenstanders kruipen. Waartoe is een terrorismenetwerk in staat? Waar laten ze van zich horen? Wie zijn sleutelfiguren?”

Klassiek speurwerk is van onschatbare waarde, geeft ze aan. „Het blijft nodig dat veiligheidsdiensten bijvoorbeeld geheim agenten inzetten. Die moeten proberen binnen te dringen in netwerken. Dat is heel lastig. Soms is het alleen mogelijk informatie los te krijgen bij mensen die om een groep heen hangen, zoals vrienden en familie van verdachten.”

Naast het ‘ouderwetse’ spitwerk, kunnen moderne onderzoeksmethoden veiligheidsdiensten helpen, benadrukt Aerdts. „Denk aan het onderscheppen van telefoon- en internetverkeer. Cruciale informatie is ook te verkrijgen via infraroodcamera’s, satellieten, drones en verkenningsvliegtuigen. In Afghanistan maakten inlichtingendiensten bijvoorbeeld voortdurend luchtfoto’s. Als daarop omgewoelde aarde te zien is, kan dat erop wijzen dat de taliban daar een bermbom hebben ingegraven.”

Ook het nauwlettend volgen van ”open sources” (open bronnen) verschaft inlichtingendiensten meer dan eens belangwekkende informatie. „Wie reageert er op bijvoorbeeld jihadistische internetfora op onthoofdingsfilmpjes? Wie stuurt de beelden aan wie door?”

Israël

Zelf ontwikkelt Aerdts „nieuwe analysetechnieken” waarmee nog meer terroristen tijdig moeten worden gestopt. „Een veiligheidsdienst kan een dreigingsanalyse maken van de tegenstander en diens werkwijze. Het kan verdacht zijn dat iemand een vliegticket contant betaalt; mogelijk wil iemand zo min mogelijk digitale sporen achterlaten. Alarmerend kan eveneens zijn dat een verdachte een enkele vliegreis boekt. Veiligheidsdiensten moeten daarop gespitst zijn.

Bij vluchten naar Israël en de Verenigde Staten worden nu al gesprekken met passagiers gevoerd, om zo dreiging uit te sluiten. Vaak heeft iemand een logische verklaring voor zijn handelwijze. Zo kan een vader een enkele reis boeken omdat hij met zijn studerende dochter met de auto terugreist.”

Intussen wordt niet elke terreuraanslag voorkomen. Denk aan de aanslag van een IS-aanhanger met een vrachtwagen op de boulevard van de Franse stad Nice.

„Dat is zeer ernstig. Het is lastig zicht te krijgen op de eenlingen die op een zolderkamertje een bom in elkaar zetten. Het is echter niet realistisch om te denken dat de overheid elke aanslag kan voorkomen. Als je dat wilt, moet je onze fundamentele vrijheden zo inperken dat we in een politiestaat leven. Dat is juist wat de diensten willen voorkomen. Dat stelt bijvoorbeeld ook Dick Engelen, oud-medewerker van de BVD, voorloper van de AIVD.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer