De vijf hebben samen een marktaandeel van 80 procent, blijkt uit de jaarlijkse duurzame stroomranglijst van Consumentenbond, Natuur & Milieu, Greenpeace en milieuorganisatie Wise.

Als wordt gekeken naar alle 34 onderzochte stroomleveranciers, dan haalt twee derde een cijfer onder de 6. „Deze bedrijven dragen niet bij aan de verduurzaming van de Nederlandse stroommarkt, of werken deze zelfs tegen. Ze investeren relatief weinig in duurzame energie uit wind en zon, maar kiezen vooral voor stroominkoop tegen bodemprijzen.”

Alle energieleveranciers presteerden samen gemiddeld wel iets minder slecht dan vorig jaar. Het gemiddelde cijfer steeg van 5,4 naar 5,6. Veertien bedrijven kregen een hogere en negentien een lagere beoordeling dan in 2015.

Van de andere drie uit de ‘grote vijf’ zakt E.ON van een 4,8 naar 4,6. DELTA gaat ook omlaag, van 4,4 naar 3,7. Het cijfer van Nuon (Vattenfall) stijgt van 3,9 naar 4,3.

Vooral kleinere, nieuwe spelers scoren hoog: DE Unie, Pure Energie en Qurrent halen alle een 10. „De markt als geheel vergroent echter te traag om de klimaatafspraken te halen die Nederland in Parijs heeft gemaakt. Daarvoor zullen ook de andere leveranciers versneld moeten overschakelen naar meer groene stroom”, aldus de onderzoekers.

Essent en Nuon zijn het beide oneens met de onderzoeksmethode die is gehanteerd. De bedrijven laten weten dat er „appels met peren worden vergeleken”, omdat een aantal kleine spelers die hoog scoren zelf geen energie opwekken, maar alleen stroom doorverkopen. Daardoor ontstaat volgens de energiereuzen een vertekend beeld.