Maandagmorgen raakten vertegenwoordigers van beide groepen opnieuw slaags en werden huizen en een kerk in brand gestoken. Zeker twintig mensen raakten gewond. Het dodental van de gevechten van zondag is opgelopen tot 22, nadat 4 mensen maandagmorgen aan hun verwondingen waren bezweken.Maandagmorgen concentreerde de strijd zich volgens ooggetuigen in de wijk Talake. Moslimbendes staken er een gebouw van een christelijke universiteit en verscheidene huizen van christenen in brand. De meeste huizen waren verlaten, omdat de bewoners na het geweld van zondag op de vlucht waren geslagen. Een christelijke leider, C. J. Bohm, zei te verwachten dat het geweld nog zal toenemen. Hij zei dat de christenen zich niet kunnen verdedigen en dat de politie zwak is.

Een woordvoerder van de politie zei dat er maandagmorgen 200 extra agenten in de Molukken zijn aangekomen. Hij wilde geen commentaar geven op getuigenverklaringen dat zeker acht van de slachtoffers van gisteren door de politie zijn doodgeschoten. Ook het leger heeft extra troepen naar Ambon gestuurd.

Aanleiding voor het opgelaaide geweld was een optocht van een handvol christelijke separatisten door Ambon. Zij herdachten daarmee een mislukte poging 54 jaar geleden om een eigen staat op te richten. De mars liep uit op botsingen met islamitische bendes.

De christenen vormden tot de georganiseerde immigratie van Javanen vanaf de jaren zeventig een ruime meerderheid op de Molukken en domineerden de samenleving. Naar schatting 69 procent van de bevolking was christelijk in de jaren zeventig. Eind jaren negentig was dat ergens tussen eenderde en de helft.

Deze dramatische demografische verschuiving heeft tot veel spanningen geleid. Die kwamen in januari 1999 bij een incident tot uitbarsting. Een islamitische buschauffeur kreeg ruzie met een christelijke passagier. Daarop volgden bloedige gewelddadigheden die eigenlijk nog steeds voortduren.

In februari 2002 tekenden de strijdende partijen een vredesakkoord. Dat kon evenwel niet zorgdragen voor een daadwerkelijke afname van de spanningen tussen de bevolkingsgroepen. Jakarta bleef de noodtoestand tot september vorig jaar handhaven. Vooral door het optreden van de radicale, later ontbonden, moslimgroep Laskar Jihad bleef het geweld oplaaien. Naar verluidt stonden de strijdkrachten Laskar Jihad oogluikend toe.

Tussen 1991 en 2001 zijn bij het geweld tussen de twee gemeenschappen op de Molukken meer dan 9000 doden gevallen.