„Hoe lieflijk zijn de voeten dergenen die vrede verkondigen, dergenen die het goede verkondigen!”

Veel jongeren blijken ook in onze tijd, soms zelfs van hun kinderjaren af, behoefte te hebben aan het lieflijke onderwijs. Belangrijk zijn vooral de geschiedenissen uit Gods Woord die aan hen verteld worden door hun ouders of trouwe leraars. En wat zo in de jeugd wordt ingeplant, wordt in de loop van de tijd vast en krachtig geworteld, zodat het door twijfelingen, die uit de wereld of uit het eigen hart voortkomen, niet kan worden uitgerukt.

Dit zien we ook aan de apostelen. De eerste indrukken die de Heere Jezus en Zijn woorden en werken op hen maakten, waren zo sterk dat alle bezwaren van de kant van de Farizeeërs en hun aanhang, of van hun eigen vlees en bloed, er niet voor konden zorgen dat zij werden weerhouden om Christus te volgen.

Wanneer ten slotte onbekeerden tot geloof komen, dan komt ook bij hen het geloof op een vergelijkbare manier voort uit de eenvoudige prediking van Gods Woord. Het eenvoudige Woord van God wordt in goddelijke kracht aan de zielen gepredikt. Daarom zijn we blij dat veel kerkdeuren openstaan, dat kerkklokken luiden, dat we worden uitgenodigd aan de tafel van de Heere. Wat zijn ons veel middelen en gelegenheden gegeven om ons te oefenen in het geloof en alles wat tot een godzalig leven en een godzalige wandel vereist wordt.

Sixt Karl von Kapff,
predikant te Stuttgart

(”Andreas komt tot Jezus”, 1859)