Column: SOS! voor kerkverlaters
Twee artikelen in het Nederlands Dagblad laten me niet los. Volgens de predikant van de Amsterdamse Noorderkerk, dr. P. J. Visser, „dreigt het geloof onder trouwe kerkgangers meer en meer te verkruimelen. (...) Geruisloos valt het af, als een verdord blad aan de boom. (...) Je merkt het aan allerlei signalen: aan kerkgang zonder verlangen naar de ontmoeting met God, aan Bijbellezen zonder verwachting en verrassing, aan kwijnend gebedsleven.”
En voor ds. Van Ekris uit Zeist zit „de twijfel bij veel gelovige tijdgenoten maar net onder de oppervlakte.” Hij signaleert „een leeggelopen geloof.” De vrijgemaakte ds. Douma sprak in een reactie van hervormd gesomber. Maar misschien is de bril waardoor hij de kerk inkijkt te roze.
Nu is het allereerst alleen maar toe te juichen als een bepaald soort geloof ten onder gaat. Geloof in de mens. Of in een god van eigen ontwerp en makelij. Het grijpt echter aan wanneer men –zoals dr. Visser zegt– trouwe kerkgangers ziet afhaken. Of –zoals ds. Van Ekris zegt– hun geloof ziet leeglopen. Het geloof van kerkleden die ooit volmondig ja zeiden tegen de Heere. Regelmatig stuitte ik de afgelopen jaren op rommelmarkten en in kringloopwinkels op boeken, meegegeven door een kerkenraad ter herinnering aan „de plechtige ure van belijdenis des geloofs.” En dan ging het niet over oma’s of opa’s nalatenschap, maar over ”afdankertjes” van hun kleinkinderen. Een teken aan de wand.
De gedachte dat er onder de zondagse preek een x aantal potentiële kerkverlaters zit, moge duidelijk zijn. Toch schokt die gedachte mij. Jongeren vooral, die het geloof helemaal niets zegt! Ze glippen –als God het niet verhoedt– bij de eerste de beste gelegenheid onder je handen vandaan. Je houdt hen niet vast. Ook niet met kunst- en vliegwerk. „Het zegt hun gewoon niets”, of ze ergeren zich aan het Evangelie.
Er zijn ook ouderen die verdwijnen. Geruisloos of met slaande deuren. Hun geloof bleek niet bestand tegen de moeiten en zorgen of verleidingen van het leven. Hun hart werd koud en steeds kouder voor God. Voor Jezus. Anderen verlieten hun eerste liefde. Er was geen verwondering meer. Het bruidsboeket verlepte. Een ernstig signaal. Straks is ook het laatste restje liefde opgedroogd.
Kan het zijn dat satan volop bezig is kerkleden te ziften? En is God misschien doende met het verplaatsen van de kandelaar? Denk aan de kerk in Klein-Azië. Is niet een schip op het strand een baken in zee? Er zijn veel schepen in nood. SOS! SOS! SOS!