Enny de Bruijn voor emeriti GB: Goede roman laat lezer in de spiegel kijken
In de spiegel kijken – dat is het belangrijkste doel van het lezen van literaire romans, aldus dr. Enny de Bruijn woensdag in Veenendaal. „Ik houd van confronterende boeken. Boeken die als een spiegel zijn, zodat ik kom te weten wie ik ben en wat er met mij en mijn traditie mis is.”
Enny de Bruijn, auteur en literatuurrecensent van het Reformatorisch Dagblad, sprak tijdens een halfjaarlijkse bijeenkomst van hervormd-gereformeerde emeritus predikanten, predikantsvrouwen en predikantsweduwen over het onderwerp ”Bij de tijd blijven door literatuur”. In haar lezing ging zij in op vragen als „Wat is het doel en het nut van het lezen van romans?” en „Moet je als predikant of als christen seculiere romans lezen om de geseculariseerde medemens beter te begrijpen?”
Literaire non-fictie
De Bruijn gaf aan dat zij, ouder wordend, minder literaire romans leest dan voorheen. Momenteel houdt zij zich meer bezig met het zeer populaire genre van de „literaire non-fictie”, een nieuwe trend. Zij noemde hierbij auteurs als Geert Mak en anderen, die meeslepende boeken schreven over gebeurtenissen of personen uit het verleden.
Amerikaanse schrijvers
Hoewel het volgens De Bruijn moeilijk is een precies onderscheid aan te brengen tussen christelijke en niet-christelijke romans, zijn de als zodanig aangeduide christelijke romans globaal in twee groepen te verdelen: de romans van ‘eigen’, Nederlandse auteurs en de vertaalde werken van Amerikaanse schrijvers. Volgens haar vormen de verschillen in geloofsbeleving de meest opvallende verschillen tussen beide soorten christelijke romans.
In de romans van Amerikaanse christelijke auteurs staan niet bekering en de worsteling om te komen tot het geloof centraal, aldus De Bruijn, maar Gods voorzienigheid en Zijn leiding in het leven, „dat dan meestal het liefdesleven blijkt te zijn.” In romans van christelijke of reformatorische schrijvers uit eigen land is het geloof niet vanzelfsprekend. In sommige romans uit de reformatorische kring wordt de eigen geloofstraditie kritisch onder de loep genomen, terwijl in andere boeken de echte geloofsvragen nauwelijks een rol spelen. Bij beide groepen christelijke romans kunnen volgens de RD-redacteur vragen gesteld worden als: „Is dit het echte leven?” „Wordt hier het leven niet teveel geromantiseerd en raakt dat mijn eigen leven wel?”
Levensvragen
„Het kenmerk van een goede roman is het aan de orde stellen van de echte levensvragen”, aldus De Bruijn, die wees op de uiteenlopende en tegengestelde houdingen in christelijke kring ten opzichte van goede seculiere literatuur als een beweging tussen ‘mijding en wijding’. „Sommige christenen zien het lezen van seculiere of echt onchristelijke literatuur als gevaarlijk en af te raden. Andere christelijke literatuurbeschouwers ervoeren kennisname van het werk van schrijvers zoals Shakespeare en Dante als verrijkend. Weer anderen wezen op het lezen van seculiere romans als een hulp voor de apologie en evangelisatie om de denkwereld van de niet-christelijke medeburgers beter te leren kennen.”
Ter illustratie behandelde zij een aantal romans, zoals ”Het diner” van Herman Koch, ”Dit zijn de namen” van Tommy Wieringa en ”Stilte” van Endo Shusaku. „Vooral die boeken die je tot nadenken aanzetten, die je laten lachen of laten huilen, die boeken zijn lezenswaard, en daar kun je wat van leren.”
Lees ook in Digibron:
De burgerman als mikpunt – Enny de Bruijn over Herman Koch (Reformatorisch Dagblad, 7 juni 2014)
Echte lezers over literatuur (De Reformatorische School, 1 juni 2015)
„Weg met religie, maar behoud de verhalen” (Reformatorisch Dagblad, 8 november 2014)
„Lijden is verbonden met kern van christelijk geloof” – dr. A. J. Plaisier over ”Stilte” van Endo Shusaku (Reformatorisch Dagblad, 31 oktober 2015)
Shusaku Endo over het zwijgen van God (Reformatorisch Dagblad, 13 maart 2014)