Laat christen strijden voor gerechtigheid
Christenen zouden voorop moeten lopen in de strijd tegen eenzaamheid, liefdeloosheid, welvaartsdenken en slecht rentmeesterschap, betoogt Jurjen ten Brinke.
„God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf”, zo luidt de samenvatting van Gods heilige wet. We weten het. En als het goed is leven we ernaar, of strekken we ons er op z’n minst naar uit. Het is immers een opdracht van God Zelf; daar moeten we ons aan houden, zo weten we. Dat blijkt echter helemaal niet makkelijk.
Ik ben blij met het thema van de jaarlijkse Michazondag: ”Buigen om recht te doen”. Veel kerken geven aanstaande zondag aandacht aan de opdracht uit het Bijbelboek Micha: „Hij (God) heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is en wat de Heere van u vraagt: niets anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God” (Micha 6:8).
Die aandacht is zeer terecht. Hoewel het klip-en-klaar is dat het in het Woord van God gaat over de noodzaak van verzoening van onze zonden, door onze Heere Jezus Christus, is het ook klip-en-klaar dat geloof niet alleen iets van de mond is. De apostel Jakobus noemt het geloof zonder de werken zelfs waardeloos; iets waar onze reformatorische wenkbrauwen toch even van fronsen.
Natuurlijk, we begrijpen dat we ”goed” moeten doen aan gemeenteleden, aan andere christenen en richting onze naaste. En natuurlijk, het ”liefhebben van je vijand” wordt al problematischer. Maar daar gaat het in Micha niet eens over. We worden opgeroepen om in de wereld waarin we leven, recht te brengen. Niet in eigen kracht, maar in Gods Naam. Omdat God een God van recht is en omdat Hij onrecht haat. Omdat God ”goedertierenheid” liefheeft.
Het thema van Michazondag dit jaar brengt alles samen: pas in het buigen voor Jezus Christus als Heere kan ik leren om zélf recht te doen aan de mensen om me heen.
Hoe dan? Door op te komen voor de zwakken. Door minderheden (in welke vorm dan ook) een stem te geven. Door de zorg voor onze samenleving serieus te nemen en ons niet op te sluiten in ons eigen bolwerk. En ook door de schepping, door God aan onze zorg toevertrouwd, te beheren en te bewaren.
Gelukkig zijn deze onderwerpen niet voorbehouden aan christenen alleen. Maar als christenen zouden we wel voorop moeten lopen. Voorop in het bestrijden van eenzaamheid, van liefdeloosheid, van welvaartsdenken en van slecht rentmeesterschap. Voorop in het voorleven van ”ootmoedig wandelen met God”.
Heel concreet betekent het dat we, in Bijbelse termen, de weduwe, de wees en de vreemdeling omarmen. Dichtbij, maar ook ver weg. Zolang we met droge ogen in de kerk zitten, onze Bijbel lezen en na zondag de nieuwe werkweek weer in gaan om ‘ons’ geld te verdienen, hebben we het niet begrepen. „Opkomen voor de zwakke, met iedereen geduld hebben”, zegt Paulus in de Thessalonicenzenbrief.
Als een arme naaste bij de burgerlijke overheid van het kastje naar de muur wordt gestuurd en uiteindelijk bij de kerk aanklopt, dan zijn we geroepen om te helpen. Als er vrijwilligers nodig zijn om op het plaatselijke azc mensen op te vangen, zijn we als christenen de eerst aangewezen personen om de handen uit de mouwen te steken. Los van wat we er ‘politiek’ allemaal van vinden.
Ook als kerkgemeenschap dienen we stappen te zetten. We hebben een verantwoordelijkheid tegenover de schepping. Er is een mooi concept, genaamd Groene Kerk, beschikbaar. Als we als kerk geen zonnepanelen aanschaffen, geen fairtradekoffie en -thee schenken en ons afval niet scheiden, wat verwachten we dan eigenlijk van de gemiddelde Nederlandse burger? Gerechtigheid voor de koffieboer op het zuidelijk halfrond betekent dat (in ieder geval!) christenen op het noordelijk halfrond hun verantwoordelijkheid nemen.
Zonde is ”doel missen”. Als we géén recht brengen, géén schepping onderhouden, géén zorg betonen aan onze naaste (en dat alles buigend voor onze God, door ootmoedig met Hem te wandelen) dan is ons christen-zijn niet meer dan lippendienst en daarmee zondig. Iets waar de Heere een gruwel aan heeft.
Gerechtigheid betrachten is niet eenvoudig; het schuurt. Voor je het weet schiet je in de gedachte: „ik heb er toch eerlijk voor gewerkt”, en dan bedoelen we ”onze welvaart”. Als we zo denken, zijn we God kwijt. Het moest er nog eens bij komen dat je er níét eerlijk voor hebt gewerkt. Het is echt Gods genade dat Hij ons geboren deed worden in een van de welvarendste landen ter wereld, met op-en-top gezondheidszorg.
Het is tijd om te buigen voor God en om Zijn opdracht, opgetekend door Micha, serieus te nemen.
De auteur werkt als evangelist in Amsterdam en is actief als ambassadeur voor ontwikkelingsorganisatie Tear.