Wachtlijst bij jeugdzorg groeit
Kinderen die jeugdzorg nodig hebben, komen steeds vaker op een wachtlijst. Dat blijkt uit een enquête onder psychologen. De gemeente Almere stopt zelfs grotendeels met het geven van jeugdhulp, omdat het geld voor dit jaar op is.
De kinderen die worden aangemeld voor psychologische zorg komen bij de helft van de psychologen op een wachtlijst. Die wachtlijst wordt steeds langer, blijkt uit een rapport van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) dat maandag is gepubliceerd. Het NIP vertegenwoordigt de vrijgevestigde psychologen. Het beeld dat zij schetsen, wordt bevestigd door de landelijk werkende christelijke zorgorganisatie Eleos.
Het aandeel psychologen dat een wachttijd heeft van langer dan vier weken steeg dit jaar van 50 tot 62 procent. Het aandeel psychologen met een wachttijd van langer dan zes weken is gestegen van 25 naar 34 procent. Volgens het NIP nemen de wachtlijsten toe door een grotere vraag naar zorg, door budgetplafonds van gemeenten en door de toegenomen administratieve lastendruk, waardoor de psychologen minder tijd hebben voor behandelingen.
De gemeente Almere maakte gisteren bekend dat er alleen in uitzonderingsgevallen nog jeugdzorg wordt geboden. Er moet dan sprake zijn van een crisis of van een maatregel van de rechter. Alle andere hulp is voor eigen rekening. Volgens de gemeente is de vraag naar zorg groter dan verwacht.
Bestuurder Gijsbert Buijs van de christelijke zorgorganisatie Eleos herkent de toenemende druk op de jeugdzorg. Wel verschilt die per regio. Er zijn gemeenten die flink hebben gekort op de budgetten, andere zijn daar minder ver in gegaan. Zij mogen daar zelf keuzes in maken. Wat gemeenten niet mogen doen, is hulp stopzetten. Zij hebben volgens Buijs een wettelijke zorgplicht. Dat betekent dat zij uit andere potjes geld moeten halen. Zo zijn er gemeenten die geld overhouden bij thuishulp en langdurige zorg. Of ze moeten eventueel minder geld besteden aan lantaarnpalen, oppert de Eleosbestuurder. Buijs schrijft de groeiende wachtlijsten deels toe aan de wijk- en buurtteams die als ogen en oren in de wijk eerder signaleren dat er hulp nodig is.
De vrijgevestigde psychologen constateren juist dat de wijk- en buurtteams hen nog onvoldoende weten te vinden. Zij ervaren dat wijk- en buurtteams eerst zelf proberen de cliënt te behandelen, maar dat de benodigde kennis om goed te kunnen doorverwijzen ontbreekt. Daardoor worden (zware) problemen te laat behandeld. Dat niet ieder team even goede zorg verleent of te laat doorverwijst, hoort Buijs ook weleens. Maar meer dan af en toe een verhaal is het voor hem niet.
Volgens de vrijgevestigde psychologen nemen ook de wachtlijsten voor volwassenen toe. Uit de NIP-enquête blijkt dat bijna de helft van de psychologen een wachtlijst heeft – een stijging van 40 procent ten opzichte van vorig jaar.
Dit heeft volgens de psychologen onder meer te maken met de toegenomen complexiteit van de zorg die nodig is. Daardoor is een psycholoog meer tijd kwijt. Net als bij de jeugdzorg staat de behandeltijd onder druk van budgetten en van administratieve lasten, zegt Eleos-bestuurder Buijs.