Ontwikkeling bij EO stelt vragen aan reformatorische christenen
Jarenlang profileerde de Evangelische Omroep zich met de slogan ”Wij hebben een woord voor de wereld”. Daarmee bedoelde hij het Woord. De EO werd gekenmerkt door een sterk evangelisatorische drang. De volken moesten het Evangeliewoord horen.
De slogan is inmiddels opgeslagen in het archief. Maar de drang is gebleven. Daarmee verdedigt de leiding van de EO ook de invulling van verschillende eigentijdse programma’s waarop kritiek is. Ze wil de boodschap van Jezus Christus aan het hart leggen van mensen die daarmee totaal onbekend zijn.
Laat helder zijn: de kritiek is heel begrijpelijk. Er zijn ontwikkelingen bij de EO die inderdaad zorg geven. Er zijn programma’s waarbij de vraag gesteld kan worden of ze passen bij een omroep die wil vasthouden aan de Bijbelse boodschap. Er zijn uitzendingen waarbij inhoudelijk weinig meer te merken is van de dingen die volkomen zeker zijn omdat ze verankerd liggen in het geloof in de Heere Jezus Christus. Om maar te zwijgen over de vorm waarin de boodschap wordt verpakt. Daardoor vervreemdde de omroep een deel van de achterban van zich, onder wie mensen die zich destijds hebben ingespannen om de EO van de grond te krijgen.
Bij een deel van de gereformeerde gezindte leefden vanaf de oprichting van de EO bezwaren tegen de grondslag en de koers van de omroep. Dat deel kan nu in de verleiding komen de gang van zaken te zien als een bevestiging van hun reserves. „Zie je wel, dat komt ervan…”
Zo’n reactie is –hoe menselijk ook– toch iets te gemakkelijk. Het probleem dat hierachter ligt, gaat namelijk ook de groep orthodox-gereformeerden aan die zich nooit bij de EO thuis voelde.
Aan de ene kant is er de Bijbelse opdracht om een woord, nee, het Woord, voor de wereld te hebben. Terwijl de EO zich vanaf de oprichting daarvoor inspande, waren er nogal wat reformatorische christenen die zich daar nauwelijks druk over maakten. Zij waren zelf trouw in het waarnemen van godsdienstige plichten, maar konden ondertussen hun buurman gemakkelijk in onwetendheid voort laten leven. Dan is het laakbaar om kritiek te hebben op een organisatie die zich wel inspant om buitenkerkelijke te bereiken.
Anderzijds houdt de ontwikkeling bij de EO de gehele orthodox-gereformeerde wereld een spiegel voor. Want hoe houd je als kerk of organisatie de verbinding met je achterban in stand, terwijl je het Evangelie in de samenleving op een aansprekende manier wilt laten klinken? Dat is heel lastig.
De ontwikkeling bij de EO laat zien dat een sterke evangelisatorische drang ook kan ontsporen. Maar het gevaar aan de andere kant is dat men maar niets doet en zich terugtrekt in het eigen bastion dat ook wel zuil wordt genoemd. Dat is net zo kwalijk. In plaats van afkeurend het hoofd te schudden over de gang die de EO maakt, zou er binnen reformatorische kring nagedacht moeten worden over de vraag hoe de moderne mens dan wel kan worden bereikt. De sleutel? Daarop staan woorden zoals: Predik het Woord, en vooral: Houd aan in het gebed. Maar dat dan wel doen. Niet stilzitten.