Familie Vena dakloos door orkaan Matthew
Haïti werd deze week getroffen door de vernietigende orkaan Matthew. Er vielen meer dan 450 doden, tallozen raakten dakloos. Voor de Haïtiaanse Vena Nieuwelink-Bazelais (44) uit Culemborg zijn het veelbewogen dagen. Familie in het rampgebied is zwaar getroffen. Haar moeder moest het ziekenhuis ontvluchten.
Ik heb meer dan twintig jaar in Haïti gewoond. Daar heb ik nog altijd veel familie. Sinds 22 jaar woon ik in Nederland. Ik kwam hier terecht via mijn ex-man. Nu woon ik met mijn tweede man in Culemborg. Hij is accountant, ik werk als vrijwilliger op het Koningin Wilhelmina College, een christelijke scholengemeenschap hier in Culemborg.
Ik heb een dochter van 22 jaar uit mijn eerste huwelijk en een zoon van 10 en een dochter van 7 jaar uit mijn tweede huwelijk. Verder heb ik een kleinkind van 2,5 jaar. Samen met andere Haïtianen heb ik de Haïtiaanse Vereniging in Nederland opgericht, waarvan ik voorzitter ben. Ik ben christen en ben lid van de evangelische gemeente Ichthus in Culemborg.
NU
Zondag leek er nog weinig aan de hand in Haïti. In het land leefde de gedachte dat het wel mee zou vallen met de orkaan Matthew. Mijn 65-jarige moeder in Haïti is ziek. Ze heeft een maagontsteking en lijdt aan bloedarmoede. Ze is rooms-katholiek. Via Facetime, dat is telefoon via internet, zei ik zondagavond nog tegen haar dat het tijd wordt om tot geloof te komen. Ze antwoordde dat ze tot geloof wilde komen als ze zou worden genezen.
Ik schrok erg toen ik dinsdag beelden zag van de verwoestingen die de orkaan Matthew in Haïti heeft aangericht. De windsnelheden waren soms zo’n 250 kilometer per uur. Onder meer op Facebook heb ik filmpjes en foto’s gezien van veel verwoeste huizen en wegen. Soms is er niets meer over van een huis. Ik moest huilen toen ik al die beelden zag.
Het zuidwesten van Haïti is zwaar getroffen. Daar wonen veel van mijn familieleden. Mijn moeder was, samen met een van mijn zussen, in het ziekenhuis in de stad Les Cayes toen ze daar in problemen kwam door de orkaan. Ze moest het ziekenhuis ontvluchten en heeft geen tijd gehad om daar medicijnen in ontvangst te nemen.
Er ligt in die regio zo veel in puin. Ook het huis van mijn moeder in het dorp Jaboin, op zo’n halfuur rijden van de stad Les Cayes, is zwaar beschadigd. Het dak van golfplaten is van het huis gewaaid. Een van mijn zussen heeft een stuk golfplaat in haar gezicht gekregen.
Ik zat eerder deze week in grote onzekerheid. Het was heel lastig om telefoonverbinding met mijn familie in Haïti te krijgen. Je wordt er bijna gek van als je je geliefden niet te pakken kunt krijgen.
Ik bad en hoopte dat God mijn familie zou sparen. Woensdagavond was ik op een Bijbelstudieavond van de Ichthusgemeente in Culemborg. Juist toen kreeg ik via WhatsApp een berichtje van een zus uit Haïti. Zij meldde: „Het is oké met ons, maar ons huis ligt in puin. Er is heel veel verwoest.”
Wat was ik opgelucht, dankbaar en superblij dat mijn familie de orkaan heeft overleefd. God heeft mijn moeder, mijn broers en zussen en de rest van mijn familie in Haïti bewaard en gespaard. Woensdagavond leefden de leden van de Bijbelstudiegroep met ons mee. Dat was zo fijn.
Intussen is de toestand in Haïti wel zeer zorgelijk. Mijn zus zei dat er veel doden zijn gevallen. Ik maak me veel zorgen en zit nog steeds in spanning. Ik bid tot mijn Heer, elke dag. Hij is mijn alles, in Hem vind ik houvast.
Mijn familie leeft nog, maar blijft dat zo? Ik maak me grote zorgen om mijn zieke moeder. Krijgt ze wel op tijd de goede medicijnen? Veel mensen hebben niets meer en kunnen nergens heen. Er is weinig te koop. Er heerst honger. Ziektes liggen op de loer. Er hangt een stank van lichamen van omgekomen mensen en dode beesten. Donderdag liet mijn zus weten dat ze geen droge kleding heeft. Ze droeg toen nog steeds natte kleren. Dat bericht raakte me natuurlijk enorm.
De orkaan van deze week is waarschijnlijk de zwaarste natuurramp sinds de verwoestende aardbeving in 2010 in Haïti. Bij die aardbeving zijn meer dan 200.000 doden gevallen. Een van mijn zussen kwam toen onder het puin terecht. Gelukkig bleef ze in leven en is ze dankzij hulp weer behoorlijk hersteld. Bij de aardbeving in 2010 in Haïti verloor ik een vriendin. De ramp van deze week is ook erg. Er is zo veel verwoest: huizen, scholen, wegen.
STRAKS
Dat de ravage in Haïti deze dagen zo groot is, heeft ook te maken met de manier van bouwen in dat land. Als mensen geld hebben, bouwen ze een huis. Toezicht daarop is er nauwelijks. Woningen zijn vaak niet stevig genoeg, bijvoorbeeld omdat er te weinig cement in de muren zit. Er zou in Haïti veel meer controle op dit terrein moeten komen. Kijk naar Nederland. Daar is de regelgeving zo veel beter. Al kun je die twee landen eigenlijk niet met elkaar vergelijken.
Binnenkort hoop ik naar Haïti te reizen om daar getroffenen van de orkaan te helpen. Ik hoop dat Nederland geld geeft voor de hulpverlening in het land. Als ik naar het rampgebied ga, wil ik niet met lege handen komen. Daarom proberen we via de stichting Passie voor Haïti zo veel mogelijk geld en hulpgoederen in te zamelen.
Samen met een bestuurslid van de Haïtiaanse Vereniging in Nederland bezocht ik gisteren in Brussel Daniel Supplice, de Haïtiaanse ambassadeur. Daar brachten we onze zorgen over Haïti naar voren. Mensen moeten weten hoe groot de nood in het rampgebied is. Zo moet er bijvoorbeeld snel voldoende drinkwater komen.