Het gaat om de intrekking van sancties die in 1986 en 1996 werden opgelegd in verband met de betrokkenheid van Libië bij terrorisme en die het Amerikaanse bedrijven verboden handel te drijven met het land. De bevriezing van Libische tegoeden in de VS wordt voorlopig gehandhaafd en het land staat ook nog steeds op de lijst van landen die volgens de VS het internationale terrorisme steunen. Daardoor zijn wapenverkopen aan Libië nog steeds taboe.

Door het intrekken van een deel van de handelsbeperkingen is het Libië wel weer toegestaan om olie te exporteren naar de VS en mogen Amerikaanse oliebedrijven hun commerciële activiteiten in het land weer hervatten.

De versoepeling van de sancties is een reactie op de aankondiging vorig jaar van de Libische leider Muammar Gaddafi dat zijn land afziet van de ontwikkeling van massavernietigingswapens en dat het de betrekkingen met de internationale gemeenschap wil normaliseren.

Eerder was Libië al akkoord gegaan met de uitbetaling van schadevergoeding aan de nabestaanden van de 270 slachtoffers die vielen bij een aanslag op een Amerikaans verkeersvliegtuig boven het Schotse Lockerbie in december 1988.

Aan het besluit de sancties tegen Libië te versoepelen ging eind maart een bezoek van de Amerikaanse onderminister van buitenlandse zaken William Burns aan Gadhafi vooraf. De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties trok vorig jaar op voorstel van Groot-Brittannië al de sancties in die in VN-verband waren opgelegd.