Kerk & religie

Een opgeruimd lied van Christian Knorr

Wie aan Knorr denkt, legt direct de combinatie met het geluid dat een varken maakt. Hoe men voor knorrig ook brommerig en chagrijnig is gaan invullen is me overigens een raadsel. Het knorren is immers doorgaans een tevreden geluid dat het varken maakt wanneer het vreet en een baggerbad neemt, terwijl het in een situatie van pijn en honger schreeuwt, zodat we ook wel zeggen dat iemand schreeuwt als een mager varken.

ds. M. van Kooten

6 October 2016 11:59Gewijzigd op 16 November 2020 07:14
Standbeeld van Christian Knorr von Rosenroth in Sulzbach-Rosenberg. Beeld Wikimedia
Standbeeld van Christian Knorr von Rosenroth in Sulzbach-Rosenberg. Beeld Wikimedia

Een andere associatie bij Knorr is het merk van diverse soepen en kruiden die onder deze naam in de winkel te verkrijgen zijn. Ooit begon de Duitser Carl Heinrich Knorr met het drogen van kruiden en groenten, waaruit het hele Knorrconcern is voortgekomen, met vestigingen over de hele wereld.

Het gaat ons echter noch om knorren noch om Knorrsoepen maar om een dichter met deze naam. In 1636 werd in het Duitse Alt-Raudten het lutherse predikantsechtpaar Knorr verblijd met de geboorte van een zoon. Zij gaven hem Christian als voornaam. Een allervreemdste combinatie. Christian betekent immers christen en Knorr knorrig, boosaardig. Was het omdat iemand in de familie ook deze naam droeg? Of was het met een bepaald doel, namelijk om hun kind als het ware door deze naam te herinneren aan zijn verplichting tot een nieuwe gehoorzaamheid? Het ware christenzijn verplicht immers tot een strijd tegen de boze, alsmede de boze wereld en niet te vergeten het boze ik.

Christian was een pientere jongen en studeerde in Leipzig en Wittenberg. Hij bekwaamde zich in theologie maar ook in de oosterse talen, vooral door toedoen van rabbijn Meier Stern, die hij in Amsterdam had ontmoet. Als zodanig heeft hij zich verdiept in alchemie en kabbalisme en schreef hij over laatstgenoemde Hebreeuwse filosofische discipline twee lijvige werken getiteld ”Cabbula denudata”.

Meer dan als theoloog en kabbalist is hij bekend geworden als dichter. Hij sloot zich in 1659 aan bij het dichtgenootschap ”Rosenorden”, reden waarom hij naast zijn eigen naam, Knorr, van de voorzitter van dat genootschap een tweede naam kreeg: Von Rosenroth. Hoe zeggen wij dat ook weer? Ben je boos, pluk een roos… Christian Knorr von Rosenroth schreef voor zijn vrouw en groeiend gezin een belangrijk aantal geestelijke liederen. Een ervan is ook onder ons bekend geworden en verwierf een plaats in tal van gezangboeken, namelijk ”Morgenglanz der Ewigkeit”.

Hoewel knorrig en christen een tegendraadse combinatie is komt het toch maar al te vaak voor. Een christen op z’n slechtst stapt soms met het verkeerde been uit bed en is knorrig en grommig op alles en iedereen, zodat je ogenschijnlijk beter van doen kunt hebben met een huichelaar op z’n best. Om een tegenwicht te bieden aan knorren en grommen, oftewel de boosheid die ook een waar christen nog zo vaak aankleeft, zingt Christian Knorr ons voor:

Morgenglans der eeuwigheid

Licht aan ’t eeuwig Licht onttogen

Stel ons deze ochtentijd

Uwe heerlijkheid voor ogen,

en verdrijf door Uwe macht

Onze nacht!

Overstroom ons met Uw licht

Klare Zon van trouw en goedheid.

Treed niet met ons in ’t gericht,

maar verblijd ons met de zoetheid

van des hemels zaligheid

Voor altijd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer