De grootste FNV-bond stoort zich aan de manier waarop het kabinet op dit moment met werkgevers- en werknemersorganisaties in de clinch ligt over de toekomst van het vroegpensioen en het opstellen van de zogeheten levensloopregeling. „De hele discussie is zo gepolitiseerd over de vraag of we het collectief dan wel individueel moeten regelen, waardoor de kosten uit het oog worden verloren”, aldus CAO-coördinator A. Jongbloed van FNV Bondgenoten.

Om de discussie meer op gang te krijgen, heeft Jongbloed het parlement van de bond (bondsraad) vrijdag voorgehouden dat er vanuit de vakbeweging een stap moet worden gezet. Vrijwel unaniem is gestemd voor een collectieve spaarregeling, die vervroegd uittreden mogelijk maakt vanaf 61 jaar tegen 85 procent van het salaris. Het gespaarde verlof kan ook eerder worden ingezet voor een kleiner pensioen, deeltijdpensioen, zorgverlof of bijvoorbeeld een jaar vakantie.

Ter financiering van deze „geïntegreerde levensloop- en prepensioenregeling” wil Bondgenoten de gelden voor de huidige spaarloonregeling en het pc-privé-project inzetten. Daarmee komt volgens de bond een bedrag van 875 miljoen euro vrij. Het kabinet had sociale partners al in het najaarsakkoord 600 miljoen euro voor vroegpensioen en levensloop in het vooruitzicht gesteld in ruil voor twee jaar loonmatiging.

Jongbloed benadrukt dat op dit moment werkgevers en vakbonden al veel afspraken maken over flexibeler vroegpensioenregelingen. Aan de CAO-tafel wordt volgens haar altijd weer gekozen voor collectieve regelingen, omdat de premiekosten lager zijn als iedereen -jonge en oude werknemer- meedoet.

Als het verschil tussen een collectieve en een individuele regeling 30 procent is, hoeft de vakbond niet zo bang te zijn voor de keuzevrijheid die het kabinet wil, aldus een reactie van het ministerie van Sociale Zaken. Het wijst erop dat het onderzoek niet zo veel zegt over de huidige discussie, omdat het spaarproduct in de levensloop iets anders is dan het individuele verzekeringsproduct uit het onderzoek.

De lage premie is volgens Berenschot vooral te danken aan het feit dat statistisch gezien vier van de vijf jongeren (25 jaar) de 60-jarige leeftijd halen. Wanneer iemand voortijdig overlijdt, komt zijn inleg ten goede aan de overige deelnemers. „Dat klinkt misschien cru, maar eigenlijk is er nu sprake van een dubbele verzekering. Werknemers bouwen namelijk ook een nabestaandenpensioen op”, aldus voorzitter H. van der Kolk van FNV Bondgenoten.

Werkgeversorganisatie VNO-NCW vindt de voorstellen van FNV Bondgenoten „een bescheiden stap in de goede richting.” Zij vindt het echter jammer dat de bond kiest voor een collectieve regeling en mensen niet de mogelijkheid biedt zelf te kiezen. Een discussie over de uitvoeringskosten is voor VNO-NCW nog niet aan de orde.

MKB-Nederland wil wel een collectieve prepensioenregeling, maar houdt vast aan keuzevrijheid voor een levensloopregeling, ook al zijn de kosten dan misschien hoger. Ook vakcentrale CNV wil niet alles collectief regelen. Het CNV wijst erop dat de plannen van Bondgenoten grote overeenkomst vertonen met die van vakcentrale FNV. En die staat daarin alleen.