NGK willen betere band met GKV
De Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) willen aan de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) serieus laten zien dat ze de eenheid van de leer willen bewaren.
Ds. W. Smouter maakte deze opmerking vrijdag op de Landelijke Vergadering van de NGK tijdens een informatieve bespreking van contact en samenspreking met de GKV en de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De vrijgemaakte synode wierp in 1999 de deur naar de Nederlands gereformeerden dicht, maar maakte er wel een kattenluikje in, zo zette ds. W. Smouter, voorzitter van de commissie voor contact en samenspreking met andere kerken, uiteen. „Plaatselijke kanselruil en intercommunie mocht incidenteel wel.”
In 2002 sloot de synode van Zuidhorn het kattenluikje. De deur werd dichtgehouden, „al ging de knip eraf.” Dat wil zeggen: er wordt wel weer gepraat, maar plaatselijk mag je niet verder totdat de grote deur opengaat. Met betrekking tot de CGK geldt: De kat mag er alleen in als hij van honger dreigt om te komen. „Dat wil zeggen: plaatselijk mag je alleen verder als het alternatief opheffing van de eigen gemeente is.”
Ds. Smouter vond dat het klimaat met betrekking tot de GKV „totaal veranderd” is. Het sluiten van het kattenluikje geschiedde met de beste bedoelingen, „omdat men de volledige eenheid met ons zo belangrijk vond dat sluipweggetjes de koninklijke weg niet mochten doorkruisen.” Toch wringt hier volgens ds. Smouter iets. „Kun je met een goed geweten plaatselijke samenwerking toejuichen zolang het landelijk niet lukt? Of blijf je daarmee ver onder de maat van Christus’ hogepriesterlijk gebed, Die immers niet bad om fijne contacten, maar om waarachtige eenheid?”
Met de CGK ligt alles veel moeilijker, erkende ds. Smouter. „Nu de druk eraf is om tot formele eenheid te komen (in 1998 besloot de synode van de CGK om voorlopig de samensprekingen met de NGK te beëindigen, red.), verlopen de gesprekken misschien beter. De huidige deputaten zijn allervriendelijkst: we spraken in goede sfeer. Alleen, het ontbreekt in de gesprekken aan een duidelijke doelstelling, en dat wreekt zich op den duur. Een warme sfeer verandert er niets aan dat de situatie landelijk bevroren is. En daar wordt niemand warm van. Toch vinden we plaatselijk de gevonden eenheid zo kostbaar dat we die beslist niet willen opgeven.”
Ds. H. ten Brinke, van deputaten kerkelijke eenheid van de GKV, stelde dat het onderling vertrouwen tussen GKV en NGK is gegroeid. „Er is een duidelijke wil om elkaar te begrijpen en te bereiken.” De vragen in het rapport over de vrouwelijke ambtsdragers worden door de GKV herkend, maar de antwoorden overtuigen niet, zei ds. Ten Brinke.
De GKV willen graag doorpraten over de rol van de Heilige Schrift in de context van deze tijd. „Wilt u samen met ons het gesprek daarover aangaan, in plaats van nu vergaande beslissingen te nemen?” zo stelde hij de LV als „dringende vraag.” „De GKV zien uit naar herstel van de kerkelijke eenheid.”
Prof. dr. J. W. Maris, van de christelijke gereformeerde deputaten eenheid met gereformeerde belijders, zei dat de CGK en de NGK „niet vrij van elkaar zijn.” Plaatselijk zijn er soms goede contacten. Er zijn gemeenten die kanselruil hebben en de afgelopen jaren zijn er nieuwe verbintenissen ontstaan. „De besluitvorming bij de NGK rond de vrouw in het ambt wordt door ons nauwlettend gevolgd”, aldus prof. Maris. Hij erkende dat het onderwerp toe-eigening des heils een zeker verzadigingspunt heeft bereikt. „Desondanks verdient bezinning op dit thema in het licht van een open Bijbel te worden voortgezet.”
De NGK-commissie contact en samensprekingen vraagt de LV een signaal af te geven „waaruit blijkt dat de contacten met de GKV de NGK iets waard” zijn. Dat signaal moet aangeven „dat we hun waar mogelijk tegemoetkomen.” Ook vraagt de commissie ontheven te worden van de opdracht om met de GKV te spreken over toe-eigening des heils in aansluiting bij de overeenkomst met de GKV. Ds. Smouter voerde vooral als reden aan dat het onderwerp de Nederlands gereformeerden „moe maakt.”
Ds. Smouter pleitte voor doorbreking van het dogma bij de NGK dat „iedereen het plaatselijk maar zelf moet uitzoeken.” „Het kerkelijk gesprek met zusterkerken is gewenst, zodat niet iedereen het wiel hoeft uit te vinden.” De bezinning betreft zaken als echtscheiding en homoseksualiteit. „Er is één uitzondering waar de NGK positief uitspringt: de bezinning op de vrouw in het ambt. Daarmee zijn we al ruim 25 jaar bezig, terwijl in de GKV en de CGK hierover alleen private meningen te horen zijn.”
De LV zal mogelijk voor de zomer tot besluitvorming te komen ten aanzien van de relatie met bovengenoemde kerken. Een drietal afgevaardigden stelde voor een extra vergadering te beleggen om te spreken over vrouwelijke ambtsdragers. Men vond dat de inhoudelijke bespreking van het rapport onvoldoende ruimte heeft gehad. Het voorstel kreeg 20 voorstemmers en 21 tegenstemmers. Toch werd geziende nipte meerderheid het voorstel niet definitief afgestemd. Het moderamen zegde toe ruime tijd aan de bespreking te zullen geven.