Niemand weet raad na uitslag referendum Colombia
De bevolking van Colombia heeft gesproken. Zondag verwierpen de inwoners van het Zuid-Amerikaanse land het vredesakkoord met rebellenbeweging FARC. Weliswaar met de kleinst mogelijke meerderheid: 50,24 procent. Een verschil achter de komma, maar wel doorslaggevend.
De peilingen leken gunstig voor steun aan de overeenkomst. Dat was ook wel logisch. Colombia gaat al meer dan een halve eeuw gebukt onder geweld. Dan stem je toch niet tegen een vredesakkoord, zou je op het eerste gezicht zeggen.
De nee-stemmers waren ook niet tegen vrede. Maar wel tegen het akkoord. En vooral tegen de omstreden amnestieregeling die in de deal was opgenomen. Opstandelingen die vaak veel bloed aan hun handen hebben hoeven zich niet voor een rechter voor hun daden te verantwoorden. Dat zet kwaad bloed, vooral bij mensen die in het conflict geliefden hebben verloren.
Overigens vallen er bij de opkomst van 37 procent bij het referendum ook de nodige vraagtekens te plaatsen. Vormt dit percentage een representatieve afspiegeling van de wil van het Colombiaanse volk? Hoe dan ook is het referendum volgens de wettelijke regels geldig en dus moet de uitkomst worden gerespecteerd.
Maar nu? De Colombiaanse president Santos waarschuwde voor het begin van het referendum dat de oorlog zal terugkeren als het akkoord wordt verworpen. Toen de uitslag bekend was, haastte hij zich te verklaren dat het staakt-het-vuren voorlopig van kracht blijft. Ook FARC liet zich in soortgelijke bewoordingen uit.
Blijkbaar weet niemand goed raad met de situatie. Santos heeft zijn onderhandelaars terug naar Cuba gestuurd om weer met de FARC te gaan praten. Dat hebben ze net vier jaar gedaan. Maar waarover moet het volgende gesprek dan gaan? Er ligt een akkoord dat voor de rebellenbeweging een aantal zeer gunstige bepalingen bevat. FARC-leden hoeven niet de gevangenis in en de beweging krijgt een gegarandeerd aantal zetels in het parlement. Daar zullen de opstandelingen niet opnieuw over gaan steggelen. En dat is vanuit hun positie ook logisch.
Bovendien is het maar de vraag hoe de Colombiaanse bevolking tegenover een eventuele nieuwe overeenkomst zal staan – mocht het tot een volgend referendum komen.
President Santos kan ook nog besluiten FARC-rebellen buiten het vredesakkoord om amnestie te verlenen. Die bevoegdheid heeft hij als staatshoofd. Als de FARC zich houdt aan de belofte om definitief de wapens neer te leggen, zou dat in elk geval een einde aan het geweld betekenen.
Of Santos daarmee de Colombiaanse bevolking verenigt, valt te betwijfelen. Het land is door het sluiten van het vredesakkoord met de guerrillabeweging al ernstig gepolariseerd. Dat blijkt ook uit de uitslag van het referendum.
Het is te hopen dat het voorlopig in elk geval bij de status quo blijft. Want op een terugkeer naar het geweld dat het land de afgelopen decennia teisterde, zit geen enkele Colombiaan te wachten.