PvdA: Combineer voorstellen voor intrekken Zondagswet
De PvdA-fractie in de Tweede Kamer vindt dat minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) en D66-Kamerlid Koser Kaya om tafel moeten om te bezien of ze hun wetsvoorstellen om de Zondagswet in te trekken, kunnen samenvoegen.
De verschillen tussen de wetsvoorstellen zijn volgens de sociaaldemocraten zo klein dat twee aparte wetten „niet gerechtvaardigd” zijn, bleek donderdag uit de schriftelijke inbreng van alle fracties over de wetsvoorstellen.
Dat de politiek een eind wil maken aan de bestaande Zondagswet, staat al maanden vast. Plasterk diende dit voorjaar een wet in die regelt dat gemeenten en niet langer de rijksoverheid verantwoordelijk worden voor de zondagsrust. In het initiatiefwetsvoorstel van D66 staan helemaal geen regels meer voor bescherming van de zondag.
Zaak van gemeenten
De PvdA vindt volgens haar schriftelijke reactie de verschillen zo klein dat de wetten beter samengevoegd kunnen worden. Coalitiepartner VVD vindt echter dat het regelen van de zondagsrust een zaak van de gemeenten is. Daarmee wijst de VVD impliciet het voorstel van D66 af.
De VVD-fractie benadrukt dat intrekking van de Zondagswet niet tot doel heeft „burgers, bedrijven, organisaties of kerkgenootschappen de mogelijkheid te ontnemen om de zondag als rustdag aan te merken. Het staat eenieder vrij de zondag als rustdag aan te merken en daar op welke wijze dan ook invulling aan te geven.” De VVD wil daar „geen enkele afbreuk aan doen.”
De liberalen vragen wel aan de regering of het na afschaffing van de Zondagswet mogelijk is een voetbalwedstrijd, „bijvoorbeeld tussen Feijenoord en Ajax”, om elf uur op zondagmorgen te organiseren. De Zondagswet regelt dat activiteiten die gepaard gaan met geluidsoverlast op zondag na 13.00 mogen plaatshebben. Gemeenten mogen daarop uitzonderingen maken.
Verworvenheid
Het CDA staat niet te juichen bij intrekking van de Zondagwet. De openbare rust op zondag is een verworvenheid van de Nederlandse samenleving, vinden de christendemocraten. „De Zondagswet verzekert tot op zekere hoogte dat op een vaste dag in de week een moment van rust en ruimte voor ontspanning is gewaarborgd, ook voor diegenen die hieraan geen religieuze motieven verbinden.”
ChristenUnie en SGP zijn tegenstander van intrekking. Volgens de ChristenUnie is het bieden van ruimte voor en bescherming van godsdienstoefening wel degelijk een taak van de overheid. „De huidige wet biedt handvatten om lokaal een balans te zoeken tussen soms tegenstrijdige belangen. De Zondagswet draagt daarmee bij aan de maatschappelijke vrede en aan ruimte voor een aanpak die lokaal passend is.”
De CU keert zich tegen de redenering van D66 dat een collectief moment van rust geen overheidstaak is maar een individuele keuze. Volgens de CU staat dit individuele recht juist onder druk als de overheid geen beschermende maatregelen neemt.
Niet nodig
Volgens de SGP is afschaffing van de wet niet nodig omdat er in de praktijk geen problemen zijn met de uitvoering. Ongestoorde kerkgang op zondag is volgens de SGP minstens zo’n belangrijke verworvenheid als sportbeoefening of ontspanning.
„Deze collectieve waarde komt voort uit de joods-christelijke traditie, maar wordt ook door zeer velen met andere (geloofs)opvattingen gedeeld.” Een gemeenschappelijke rustdag past volgens de staatkundig gereformeerden ook prima bij het concept van de participatiesamenleving.
De SGP legt ook een vinger bij het voornemen om artikel 7 uit de Zondagswet, waarin het gemeenten wordt verboden beperkingen op zondag op te leggen aan sportbeoefening en ontspanning, over te hevelen naar de Gemeentewet. „Is de gemeentelijke autonomie dan toch geen echte doelstelling van het regeringsbeleid?”