Economie

Nieuwe snufjes voor pluimveehouderij in Barnevelds lab

In Barneveld wordt volgende maand het Poultry Innovation Lab geopend, een nieuw centrum voor kennis en innovaties binnen de pluimveehouderij. In twee stallen met vleeskuikens en leghennen worden de nieuwste snufjes beproefd en gepresenteerd.

Jan Kas
28 September 2016 19:26Gewijzigd op 16 November 2020 06:58
Betlehem (l.) en Duim bij het Poultry Innovation Lab in Barneveld, dat volgende maand wordt geopend. beeld RD, Anton Dommerholt
Betlehem (l.) en Duim bij het Poultry Innovation Lab in Barneveld, dat volgende maand wordt geopend. beeld RD, Anton Dommerholt

Nieuwe stalinrichtingen worden er uitgeprobeerd en het bedrijfsleven kan er experimenteren met verlichting, klimaatbeheersing en voeding, zegt Cor Duim, teamleider veehouderij bij opleidingencentrum Groenhorst Barneveld. „De stalomgeving zal voortdurend wisselen. Als er ledverlichting is die nog positiever werkt op de gezondheid van de dieren en waarmee je nog gemakkelijker kunt sturen, willen we die er natuurlijk in.”

Het Poultry Innovation Lab is een initiatief van het Poultry Expertise Centre (PEC), dat de vakkennis van onderwijs, onderzoek en het bedrijfsleven in Nederland bundelt en benut voor het opleiden van ondernemers en medewerkers in de pluimveehouderij, zowel nationaal als internationaal. Gezondheid en welzijn, voedselveiligheid en voedselzekerheid en duurzame systemen zijn belangrijke thema’s die in het lab aan de orde komen.

„Een actueel onderwerp is fijnstof”, zegt Eltjo Bethlehem, projectleider van het PEC. „Rondom kippen hangt nu eenmaal veel stof, en dat zal zo blijven. Maar er wordt tegenwoordig wel behoorlijk nagedacht over persoonlijke beschermingsmiddelen. Dat speelde dertig jaar geleden nog niet. Ook over methodieken om fijnstof te meten is het laatste woord nog niet gezegd, evenmin als over luchtwassers en andere manieren om de hoeveelheid fijnstof buiten de stallen te reduceren. In het lab heeft ook dat aandacht.”

Bedrijfsleven en onderwijs profiteren van het nieuwe centrum, aldus Bethlehem. „Toeleverende bedrijven kunnen er hun nieuwste vindingen testen en ook tonen aan pluimveehouders en andere belangstellenden uit binnen- en buitenland”, aldus Bethlehem. Voor de opleiding pluimveehouderij van Groenhorst, een opleidingsinstelling in onder meer de agrarische sector, is het lab een ideale gelegenheid om theorie met praktijk te combineren. Duim: „De stallen zijn dichtbij, het lesmateriaal is direct voorhanden. Het is zo voor studenten bijvoorbeeld heel eenvoudig om als leeropdracht het gewicht van de kuikens bij te houden. Door de inbreng van de bedrijven kunnen we ook steeds met de nieuwste inzichten werken.”

Praktijklessen waren er bij Groenhorst altijd al, zegt Duim. „Bij pluimveehouders in de omgeving, en dat blijven we doen, zodat de studenten ook de praktijkverhalen van de boeren horen en kennis kunnen nemen van de andere systemen waarmee die werken. De pluimveehouders moeten echter hun boterham uit hun bedrijf halen, die hebben liever niet dat er voortdurend studenten aan hun kippen zitten. Dan is een eigen stal met 1000 vleeskuikens en 1000 leghennen binnen handbereik een uitkomst.”

Onderwijs en bedrijfsleven kunnen ook niet zonder elkaar, stellen Duim en Bethlehem. „Zonder de investeringen van bedrijven zouden we niet zo goed uitgerust zijn. In China en dat soort landen leren studenten puur uit de boeken wat voor systemen er zijn en hoe een kip in elkaar zit, zonder dat ze echt met dieren werken of met systemen aan de gang gaan. Dat levert geen beroepskrachten op waar het bedrijfsleven wat aan heeft.”

De Groenhorststudenten zijn mede dankzij het lab praktisch bij de tijd. „In het bedrijfsleven om de pluimveehouderij heen is veel vraag naar goed opgeleide medewerkers”, aldus Duim. „Ik kan bijna een baangarantie geven, waar ze dan ook terechtkomen. De meeste toeleverende bedrijven in Nederland zijn ook internationaal actief.” Bethlehem: „Zuidoost-Azië en Afrika zijn belangrijke groeimarkten. Kippenvlees is heel eiwitrijk en de pluimveehouderij belast het milieu relatief minder dan andere veehouderijsectoren. Bovendien is kippenvlees cultureel en religieus ook nog eens wereldwijd geaccepteerd; met de koe en het varken ligt dat anders.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer