Fietsend door Belgrado
Een verrassende stadstrip maken in Europa? Dat kan in Belgrado. De hoofdstad van Servië bruist en het betonnen imago is allang achterhaald. Wij pakten de fiets en koersten langs de Donau en de Sava.
Soepel glijden mijn banden over de brandschone fietsbaan langs de Savarivier. Vanaf het wateroppervlak waait een briesje door mijn haren. Erg welkom, want het is met temperaturen van meer dan 30 graden Celsius een hete dag. Gloednieuw is dit deel van Belgrado dat aan de rivierkant van de hippe wijk Savamala verrijst.
De grootste stad van de Balkan en vroegere hoofdstad van Joegoslavië is in ontwikkeling. Het zichtbaarste resultaat daarvan, tussen de bouwputten, is de boulevard. „We gaan de brug op”, roept Ralph van der Zijden, een van mijn twee gidsen. Van der Zijden heeft in 2011 fietstourbedrijf iBikeBelgrado opgezet en organiseert samen met andere gidsen dagelijks fietsrondritten door de stad.
Philipstoren en concentratiekamp
Op een bijzondere manier bereik ik het brugdek: een fietslift –inclusief liftbediende– brengt mij met rijwiel en al naar boven. Daar wacht een fijn uitzicht op de Sava, met aan de rechterkant de met goud versierde toren van de Servisch-orthodoxe Kathedraal van Sint-Michaël, en in de verte de muren van het Fort van Belgrado. Daar gaat de Sava overigens over in de machtige Donau.
Belgrado bevindt zich dus op een kruising van twee belangrijke rivieren in Oost-Europa, en die ligging bepaalde honderden jaren de grens met het Westen. Belgrado was vijf eeuwen lang onderdeel van het Ottomaanse Rijk. Pal aan de overkant van de rivier begon het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije.
Ik steek de brug over naar stadsdeel Novi Beograd (Nieuw-Belgrado) en fiets door een wat vervallen woonwijk. Roestige speeltoestellen staan in een veld waarop het lang niet gemaaide gras om de traptreden van de glijbaan krult. Over de gehele lengte van het veldje heeft een oude vrouw met een roodgeruite hoofddoek haar kleding aan een waslijn gehangen. Bij een net zo in achterstallige staat verkerende bruine betonnen toren met bovenop een antenne houdt tweede gids Jovana Travica halt. „Dit was vroeger een televisietoren waarvandaan Philips uitzendingen verzorgde. Maar later kreeg het gebouw een heel andere functie: in de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers de tv-toren en het omliggende gebied als concentratiekamp voor duizenden Servische Joden en Roma”, vertelt Travica.
Terug naar Tito
Een geschiedenis die veel Belgradoërs liever vergeten. Maar waar vooral de oudere generaties wél met heimwee op terugkijken, is de tijd dat Belgrado nog hoofdstad was van Joegoslavië. En dan vooral naar de periode van president Tito. De Serviërs hebben zelfs een woord voor het verlangen naar Tito’s Joegoslavië: ”joegonostalgie”. Jovana: „Waar in West-Europa Tito vaak gezien wordt als een totalitaire leider, beschouwen veel Serviërs zijn regeerperiode als een tijd van economische bloei. Er was meer werkgelegenheid en mensen hadden het financieel goed. De autoritaire trekjes namen ze op de koop toe.”
Tijdens mijn fietstocht door Novi Beograd is het socialistische verleden van de stad nog goed zichtbaar in de architectuur. Om de hoek van de straat doemt het enorme Paleis van Servië op. ”Palata Srbije” in het Servisch. Ik fiets over een breed trottoir dat ik deel met voetgangers, maar wat geen problemen oplevert.
In dit deel van Belgrado staan nog wél veel betonnen bouwwerken, vooral grijze appartementencomplexen al dan niet verfraaid met metalen structuren. Eén gebouw springt in het oog: het imposante hotel Jugoslavija is van oudsher het meest luxueuze hotel van voormalig Joegoslavië en was geliefd onder beroemdheden.
Alles op het water
Achter het hotel ligt een brede boulevard. Niet op de oever, maar ín de Donau bevinden zich restaurants. Sommige huizen in verbouwde schepen, andere lijken drijvende strandtenten. ’s Avonds verandert dit gebied in een hippe uitgaanslocatie waar vooral de jongere Belgradoërs na het eten tot in de vroege uurtjes zijn te vinden.
Het water is voor de inwoners van Belgrado op allerlei fronten belangrijk in hun vrije tijd. Mijn eindbestemming ligt in het zuiden van Novi Beograd, waar de Sava stroomt. In de rivier ligt het schiereiland Ada Ciganlija. Na werktijd zijn veel locals hier te vinden voor allerlei vormen van recreatie. Ik ga er met een bootje naartoe en ook de fiets kan gewoon mee naar de overkant. Auto’s rijden er nauwelijks op Ada, en dat maakt het eiland tot een aangename afwisseling na het drukke verkeer van de binnenstad. Ideaal voor fietsers en skaters, want de wegen zijn er goed geasfalteerd.
Op een mooie zomerdag als deze bruist Ada van de activiteiten om en op het water van het kunstmatige meer van het eiland. Op de kiezelstranden liggen groepen vrienden op hun handdoeken te genieten van een smakelijke lunch. Ik besef ineens dat ik best trek heb en strijk tevreden neer bij een gemoedelijk strandtentje. Tevreden vanwege de bijzondere fietstocht, maar nu ook heel tevreden met de verse forelfilet op mijn bordje.
Praktisch
Vanaf Schiphol vliegt Air Serbia in iets meer dan twee uur naar Belgrado. Met een taxi of transferbus sta je binnen en halfuur in het centrum van de Servische hoofdstad. In Servië betaalt men met de Servische dinar (1 euro is ongeveer 123 dinar).
Fietsen zijn te huur bij iBikeBelgrado (ibikebelgrade.com), dat fietstours met Nederlandssprekende gidsen aanbiedt. Maar natuurlijk kun je de stad ook op eigen houtje verkennen.
Voor een smakelijke wandeling langs de culinaire hoogtepunten van Belgrado én een lesje Servische geschiedenis is er de Food & Culture Tour Belgrade (foodtourbelgrade.com). Deze kan ook in het Nederlands geboekt worden.
Even de stad uit? Op ongeveer anderhalf uur rijden ligt de Gradac-rivierkloof: een groen natuurgebied vol stroompjes waar je goed kunt wandelen. Zelfs dwars door de rivier heen. Voor georganiseerde dagtrips: wildserbia.com.