Vlaams Blok
De Belgische rechter acht het Vlaams Blok schuldig aan racisme. De extreem rechtse partij van Filip Dewinter zet volgens de rechtbank aan tot haat en discriminatie jegens buitenlanders.
In zijn vonnis stelt de rechter vast dat Dewinter en zijn aanhangers niets moeten hebben van Noord-Afrikaanse immigranten. De partij behandelt vreemdelingen als „criminelen, boosdoeners, profiteurs, onintegreerbare fanatiekelingen.” De rechter vindt dat niet meer vallen in de categorie „informatievoorziening aan de burger over de risico’s van een multiculturele samenleving.” Hij beschouwt het als aanzetten tot haat.
Vanwege de racistische uitlatingen moet de partij samen met enkele verwante organisaties een hoge boete betalen en een schadevergoeding geven aan een mensenrechtenorganisatie. De veroordeling is geen verbod van het Vlaams Blok. Wel kan ze leiden tot een intrekking van de subsidie voor deze partij, hetgeen op termijn kan inhouden dat ze niet meer in staat is te functioneren.
Het vonnis van de rechter in Gent is bij de aanhangers van Dewinter ingeslagen als een bom. Dat de partij binnen het parlement niet populair was, wist de partijleiding. Zo hebben andere partijen in het parlement sinds de jaren negentig een cordon sanitaire rond het Vlaams Blok gelegd, hetgeen betekent dat ze weigeren met de partij samen te werken. „Dat is niet aangenaam, maar we vinden onze weg wel”, zei Dewinter daarover een jaar geleden in een interview. Dat de rechter het Vlaams Blok heeft veroordeeld, ziet de partijleiding als „een poging tot moord” van die partij en als „het knevelen van de democratie.”
Hoe ingewikkeld de kwestie ligt, blijkt wel uit het feit dat in een eerder stadium rechters de zaak als een politieke kwestie zagen waarover zij geen uitspraak wilden doen. In de politieke arena mogen de „gladiatoren hun democratisch gevecht tot bloedens toe voeren”, zei een vertegenwoordiger van de rechtbank toen. Nu acht de rechter in Gent zich wel bevoegd een oordeel te vellen.
Dat Dewinter en zijn partij standpunten hebben die zich moeilijk verdragen met de democratische grondrechten zoals die in de westerse wereld gelden, staat buiten kijf. Dat de Europese samenleving vuurbang is voor vreemdelingenhaat is -mede door de ervaring met het nazisme- zeer begrijpelijk. Dat de Belgische overheid zeer alert is op het aanwakkeren van onderbuikgevoelens die gemakkelijk kunnen ontaarden in volkswoede, is haar plicht.
Het Vlaams Blok speelt met zijn standpunten over vreemdelingen ook zeker in op die gevoelens van ontevredenheid bij de bevolking. En daar zit dan ook het risico van deze veroordeling. De uitspraak van de rechter in Gent kan juist de partij van Dewinter voordeel brengen. Kiezers kunnen er een bevestiging in zien van hun idee dat de overheid het migrantenprobleem wil ontkennen. Dat zal het Vlaams Blok bij de parlementsverkiezingen op 13 juni naar verwachting stemmenwinst opleveren.
Het probleem van de democratie is dat ze ruimte moet bieden aan mensen die de grondwettelijke vrijheden (willen) aantasten. Juridische middelen inzetten tegen politieke bewegingen die zich niet wensen te voegen naar de grondwettelijke spelregels, is binnen het democratische kader vaak moeilijk. Op termijn werkt die methode ook niet omdat zo een groep zich buitenspel voelt staan.
Politieke ’dissidenten’ zijn binnen de democratie alleen te bestrijden met kracht van argumenten en een helder beleid. Juist doordat overheden in het verleden onvoldoende hebben geluisterd naar mensen die waarschuwden voor de risico’s van de toestroom van vreemdelingen, hebben partijen met extreme standpunten kansen gekregen.