Moordzaak Visser/Severein in Spanje begint
Bijna 3,5 jaar na de moord op volleybalster Ingrid Visser en haar partner Lodewijk Severein begint woensdag bij het Provinciale Hof van Murcia (Zuidoost-Spanje) het proces tegen de vier verdachten. Het misdrijf leidde indertijd tot grote opschudding, zowel in Spanje als Nederland. Daarom wordt rekening gehouden met veel publieke belangstelling.
De openbare aanklager eist vijftig jaar celstraf voor de Spanjaard Juan C., zakelijk manager van de profvolleybalclub uit Murcia, waar Visser tussen 2009 en 2011 bij speelde. Hij zou het misdrijf beraamd hebben om een zakelijk geschil met Visser en Severein. Visser claimde een loonachterstand van 60.000 euro bij de volleybalclub Murcia 2005. Door financiële problemen werd de club opgeheven in juli 2011.
Tegen de Roemenen Valentin I. en Constantin S., die door Juan C. zouden zijn ingehuurd om de moord op de twee Nederlanders uit te voeren, eist het parket eveneens vijftig jaar cel. Daarnaast wordt van de drie hoofdverdachten een schadevergoeding geëist van 50.000 tot 100.000 euro voor vier naaste familieleden van de slachtoffers.
De verminkte lichamen van Visser en Severein werden twee weken na de moord gevonden in een citroenboomgaard in Alquerías op vijf kilometer van Murcia. Tegen de eigenaar van de boomgaard Serafín de A. wordt drie jaar cel geëist voor toedekking van het misdrijf.