Rusland zaait weer verwarring over MH17
Een internationaal onderzoeksteam presenteert morgen in Nieuwegein de resultaten van een strafrechtelijk onderzoek naar het dodelijke verloop van vlucht MH17. Twee dagen voor de presentatie zaait Moskou verwarring: „Russische rebellen treft geen blaam.”
Het onderzoek naar de oorzaak en de daders van vlucht MH17 belandt in een nieuwe fase. Het Joint Investigation Team (JIT), de openbaar ministeries van Nederland, Australië, Maleisië, België en Oekraïne, licht morgen een tipje van de sluier op in het strafrechtelijk onderzoek naar het wapen waarmee het vliegtuig is neergehaald en de exacte locatie vanwaar dit heeft plaatsgevonden. Het JIT komt naar verwachting nog niet met namen en rugnummers van daders.
De Boeing 777 van Malaysia Airlines stortte op 17 juli 2014 neer boven Oost-Oekraïne. Alle 298 inzittenden kwamen om het leven, onder wie 196 Nederlanders. De Onderzoeksraad Voor Veiligheid (OVV) concludeerde in oktober vorig jaar na grondig onderzoek dat vlucht MH17 is neergehaald met een Buk-raket vanuit rebellengebied.
Ontkenning
De Russische autoriteiten benadrukken dat het strafrechtelijk onderzoek op het verkeerde spoor zit. Zowel het type Buk-raket als de plek waar de lancering plaatsvond zou verkeerd zijn vastgesteld. Moskou komt, twee dagen voor de presentatie van het officiële, internationale onderzoek, met een eigen lezing op de proppen.
De Russen baseren hun bevindingen op radargegevens uit de regio Rostov die zijn aangetroffen op een harde schijf van de computers van de Buk-raketproducent. Daaruit zou –volgens het Russische ministerie van Defensie– blijken dat er geen raket is afgevuurd vanuit het gebied dat onder controle is van separatisten. Tot voor kort hield Rusland nog vol dat deze data niet zijn opgeslagen. Rusland en Oekraïne hebben slechts videobeelden geleverd van radarschermen. Ruwe data, waaruit meer informatie is te halen, ontbreken.
Met hun maandag gepresenteerde lezing wijzen de Russen impliciet Oekraïne aan als schuldige. Op de dag van de ramp was Oekraïne –al weer volgens de Russen– in de buurt van de crash actief met luchtafweergeschut. Het feit dat Oekraïne geen ruwe radargegevens heeft overgedragen aan het onderzoeksteam is voor de Russen een teken aan de wand.
De nieuwe informatie van de Russen, waarop geen raket is te zien, is „geheel niet overtuigend”, zegt prof. Piet van Genderen van de TU Delft. Een afgeschoten Buk-raket is ongeveer dertig seconden in de lucht. „De radar maakt elke tien seconden een omwenteling. Op de radarbeelden zouden dus zeker drie waarnemingen, drie stipjes te zien moeten zijn die de baan van de raket weergeven.”
De radardeskundige wijst erop dat de Russen bewerkt materiaal tonen. „Voor onafhankelijk onderzoek is het ruwe materiaal nodig”, aldus Van Genderen, „maar ook de exacte positie en de specificaties van de radar.” Voor zover bekend hebben de Russen geen ruwe data overhandigd aan het opsporingsteam.
Met het op de valreep presenteren van radardata probeert Rusland vooral mist te creëren rond het onderzoek. En een alternatief voor het officiële onderzoeksresultaat op tafel te leggen. Het opsporingsteam is verplicht om zich te buigen over de Russische versie, om te voorkomen dat Moskou kan zeggen niet serieus genomen te zijn.
Bekende tactiek
De tactiek past in het bekende plaatje. De Russen hanteerden oktober vorig jaar, vlak voor de presentatie van de OVV naar de toedracht van de ramp, dezelfde tactiek. Enkele uren voor de presentatie kwam de Buk-raketfabrikant met een verklaring waaruit zou blijken dat de vlucht was neergehaald met een raket vanuit Oekraïne.
De maandag gelanceerde lezing sluit bovendien aan op een uiteenlopende reeks van Russische lezingen over de oorzaak van de ramp. Moskou verklaarde eerder dat een Oekraïens gevechtsvliegtuig de 777 uit de lucht had geschoten. Later kwamen de Russen met een theorie op de proppen dat er zich een bom aan boord van het toestel bevond. Nog weer later suggereerde een rebellenleider zelfs dat het toestel al met dode lichamen vanaf Schiphol was vertrokken.
Het onderzoek van het OM laat lang op zich wachten. Niet alleen door het tijdrovende forensisch onderzoek naar de gefragmenteerde wrakstukken, maar ook door de weigerachtige opstelling van de betrokken landen. Het OM moet overtuigend bewijzen welk wapen is gebruikt, waarbij alle alternatieven zijn uitgesloten.
De bewijslast in een strafrechtelijk onderzoek ligt hoger dan in een OVV-onderzoek.