Kerk & religie

Een vast verbond

Romeinen 11:27

David Flud van Giffen
27 September 2016 08:34Gewijzigd op 16 November 2020 06:52

„En dit is hun een verbond van Mij, als Ik hun zonden zal wegnemen.”

We verwachten de bekering van de Joden (Romeinen 11:25-27). Dit werd door een belofte Gods gezegd: „Mij aangaande, dit is Mijn verbond met hen, zegt de Heere”: Dat is Mijn onveranderlijk voornemen en belofte: „Mijn Geest, Die op u is, en Mijn woorden die Ik in uw mond gelegd heb, die zullen van uw mond niet wijken, nog van de mond uws zaads, nog van de mond van het zaad uws zaads, zegt de Heere, van nu aan tot in eeuwigheid toe” (Jesaja 59:21).

Deze belofte, dat Gods Geest en woorden niet zullen wijken, werd aan alle gelovigen gedaan, aan de kerk in het algemeen. Ik versta onder de ”woorden uws monds” de Joden, toen ze Gods volk alleen waren en de heidenen in hun eigen wegen wandelden.

Onder de ”mond van uw zaad” versta ik de heidenen, die van de Joden als het ware geestelijk geteeld zijn door het Woord Gods. Want uit Sion is de Wet uitgegaan, de zaligheid is uit de Joden.

Onder de ”mond van het zaad van uw zaad” versta ik weer de Joden, zoals ze in de laatste dagen weer door de heidenen als het ware geestelijk geteeld en bekeerd zullen worden. (Deuteronomium 32:21; Jesaja 11:5).

Dit verbond zal in eeuwigheid niet wijken. Dat betekent: de Heere God zal nooit meer, hetzij Joden of heidenen, in zo’n verkeerde zin overgeven aan algemene verharding en blindheid.

David Flud van Giffen,
predikant te Dordrecht

(”De nog verwachte heerlijkheid der Kerk”, 1680)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer