Willem Mudde: goed, fout of grijs?
„We hebben bij Willem Mudde te doen met een foute Nederlander. Maar dat oordeel wilde maar niet uit uw pen vloeien.”
Dat zei historicus prof. dr. George Harinck woensdagmiddag tijdens de promotieplechtigheid aan de Vrije Universiteit waarin Jan Hage zijn doctorstitel kreeg. De Domorganist schreef een studie over de lutherse kerkmusicus Willem Mudde (1909-1984), leerling van Jan Zwart, die tijdens de Tweede Wereldoorlog voor bijna drie maanden in Berlijn bij de theoloog Oskar Söhngen ging studeren.
Volgens prof. Harinck (VU) blijft Hage in zijn schets van Mudde te vaag. „Hij gebruikte de politiek om aan geld te komen, voor zijn eigen ideaal. Dan ben je niet a-politiek, maar dan ben je een opportunist. In dezelfde week als wanneer in Muddes kerk in Amsterdam een verklaring tegen het naziregime van de kansel wordt gelezen, vertrekt hij naar Duitsland.”
Hage stelde in reactie op prof. Harincks vraag dat dit hoofdstuk hem „heel veel hoofdbrekens” heeft gekost. „En nog ben ik er niet helemaal uit. Er is te weinig informatie over hoe Mudde deze periode heeft beleefd.”
Prof. Harinck: „Je vraagt geld van de vijand, een hoop geld. En gaat vervolgens naar de hoofdstad van de vijand. Dat zijn toch voldoende argumenten om iemand als fout aan te merken?”
Hage: „Mudde had zijn situatie aan Söhngen voorgelegd, en die had toegezegd de financiën te zullen regelen. Hoe hij dat zou doen, liet hij in het midden.”
In de tweede vragenronde kwam prof. Harinck op het punt terug. „U zegt dat u te weinig argumenten hebt om Mudde fout te noemen. U wilt bij dat oordeel wegblijven. Maar daardoor blijft het beeld vaag, aan de buitenkant. Is dat wat een wetenschapper moet doen? Ik krijg de indruk dat we nog steeds aan het tasten zijn naar wie Mudde was. Had u niet toch het gevecht met dat goed-foutschema moeten aangaan?”
Hage: „Niet iedereen was goed of fout. Misschien was Mudde wel grijs.”
Prof. Harinck: „Straks lopen we weer langs de plaquette voor hen die vielen. Ik moet dan denken: O ja, grijs. Ik kan niet uit de voeten met dat begrip grijs.”
Hage: „Ik heb natuurlijk mijn boek niet geschreven met het oog op die plaquette. Ik heb alle gegevens zo genuanceerd mogelijk op een rij willen zetten. Meer wil ik niet doen.”
Anderen die tijdens de drukbezochte promotieplechtigheid van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), gehouden in de aula van de VU, opponeerden, waren dr. Martin Hoondert (Tilburg University), prof. dr. Hans Fidom (VU), dr. Mirella Klomp (PThU), prof. dr. Henk de Roest (PThU) en prof. dr. Markus Matthias (PThU).
VU-organist Henk Verhoef vertolkte voorafgaand aan de plechtigheid, tijdens het beraad van de promotiecommissie en na afloop op het Couperinorgel in de VU-aula muziek van componisten van de Duitse kerkmuziekvernieuwingsbeweging, zoals Distler en Pepping.
Grootste orgeltalent
„Ons grootste orgeltalent is nu ook een zeer geleerde academicus”, zo begon promotor prof. dr. Marcel Barnard (PThU) zijn laudatio na de overhandiging van de bul aan Jan Hage.
De hoogleraar, die samen met dr. Jeroen van Gessel (Rijksuniversiteit Groningen) Hage begeleidde, stelde dat het de omgekeerde wereld was toen de Domorganist bij hem kwam met de vraag zijn promotor te willen zijn. „Ik leerde altijd veel van Jan als hij achter de klavieren zat. Ik ken geen musicus die zo goed kan luisteren als Jan Hage. En de beste organist van Nederland wilde uitgerekend bij mij promoveren!”
Volgens de hoogleraar heeft Hage met zijn onderzoek „een grote lacune” gedicht als het gaat om de beschrijving van de vernieuwing in de kerkmuziek in Nederland in de vorige eeuw. Hage heeft zich „een waardige biograaf” van Willem Mudde getoond, die zo’n biografie waard is, aldus de promotor.
In zijn onderzoek ging Hage volgens prof. Barnard met dezelfde precisie te werk als die hij aan de dag moet hebben gelegd toen hij het stuk ”Jets d’Orgue” van componist Jan Vriend instudeerde. „Je schijnt de enige organist ter wereld te zijn die dat stuk kan spelen.”
Lees ook het RD-interview met Jan Hage: ”Willem Mudde: kerkmusicus van de vernieuwing” (RD 15-09-2016)