Kamer: Beperk gebiedssluiting Noordzee voor visserij
De voorgenomen gebiedssluiting op de Noordzee moet worden beperkt. Daarop dringt een kleine Kamermeerderheid onder aanvoering van de SGP aan bij minister Schultz van Haegen (Infrastructuur) en staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken).
Uit grootschalig Europees onderzoek blijkt dat bijna 40 procent van de Noordzee niet of nauwelijks wordt bevist, constateren SGP, VVD, CDA, PVV, ChristenUnie en de Groep Bontes/Van Klaveren en de Groep Van Vliet in schriftelijke vragen die ze maandag hebben gesteld. Negentig procent van de bodemvisserij vindt plaats in iets minder dan de helft van de Noordzee.
De bewindslieden moeten dat onderzoek –de zogenoemde Benthis-studie– serieus nemen, vinden genoemde partijen, en de voorgenomen gebiedssluiting op de Noordzee inperken.
Ze vragen de minister en de staatssecretaris hoe die de afspraak om minimaal 10 procent van de Nederlandse wateren te sluiten voor de bodemberoerende visserij en de uitvoering daarvan in het licht van genoemd onderzoek te beoordelen.
De visserijsector heeft onlangs een voorstel gedaan voor gebiedssluiting op het Friese Front en de Centrale Oestergronden, waarbij visrijke gebieden buiten schot blijven. De visserijwoordvoerders van de bovengenoemde partijen willen dat de regering dat voorstel overneemt.
Ze vragen Schultz van Haegen en Van Dam verder of Nederland, lettend op de resultaten van de Benthis-studie, juridisch nog verplicht is om bovenop de gebiedssluiting in de zogeheten Natura 2000-gebieden 2400 vierkante kilometer zee extra te sluiten.