Zodoende is veel te weinig bekend dat abortus in ongeveer 97 procent van de gevallen gebeurt in situaties waar de nood in feite oplosbaar is. Onderzoeken die dat aantonen, worden als het even kan verzwegen. Daaruit blijkt duidelijk dat er in Nederland sprake is van een geestelijke strijd tussen leven en dood.

Dat zei SGP-Tweede Kamerlid Bisschop zaterdag op een congres over schepping en leven, georganiseerd door het Logos Instituut en Schreeuw om Leven.

Bisschop lichtte toe hoe de SGP probeert het abortusdebat te heropenen. „Wij kiezen niet voor de stormram, maar zoeken naar woorden en werkwijzen met behulp waarvan wij het gesprek over abortus opnieuw kunnen aangaan”, aldus het Kamerlid. „Uit onderzoek dat wij het bureau TNS NIPO begin dit jaar hebben laten uitvoeren, bleek dat 68 procent van de bevolking abortus onacceptabel vindt als dat gebeurt omdat kind en baan niet zijn te combineren. Daar vestigen wij de aandacht op.”

Waar het leven wordt losgemaakt van de schepping is de mens niet meer dan een golfje in de biologische oceaan, stelde ds. C. Sonnevelt tijdens het congres. „Bijbels gezien is het menselijk leven niet alleen onderdeel van de schepping, maar maakt het deze compleet”, aldus de predikant van de gereformeerde gemeente in Krabbendijke. „Dat onderstreept de waarde van het menselijk leven, maar wijst ons ook op onze afhankelijke plaats. God is de Schepper, wij het schepsel.”

In gesprekken met andersdenkenden over abortus mogen volgens de predikant behalve Bijbelse ook algemeen menselijke argumenten worden gebruikt. „De rechten van het beginnende leven worden geschonden. Een klein mensje is zijn leven niet zeker op een plek die voor hem de veiligste ter wereld zou moeten zijn.”

Onwetendheid

Dr. R. Seldenrijk, oud-directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV), noemde de onwetendheid die er in Nederland heerst rond abortus schrikbarend. „Het abortusdebat wordt beheerst door de ideologie van abortuslobbyisten die abortus aanprijzen als was het Haarlemmerolie en intussen alle feiten daaromtrent naar de schroothoop verwijzen.”

Tot die feiten behoort dat kiezen voor abortus kan leiden tot psychische klachten; bij de vrouw, maar ook haar partner, zo zette Seldenrijk uiteen.

Seldenrijk verwees naar het Europese burgerinitiatief Eén van Ons, waarmee prolifeorganisaties protesteerden tegen het op grote schaal vernietigen van menselijke embryo’s in het kader van medisch-wetenschappelijk onderzoek. „Hoe kan het dat de Europese subsidies voor dergelijke onderzoeken alleen maar stijgen, terwijl de organisatoren van het initiatief ruim 1,7 miljoen geldige handtekeningen wisten op te halen”, zo vroeg Seldenrijk zich af.

Beleidsmedewerkster Rineke Heij van de NPV behandelde op het congres het onderwerp euthanasie. Zij toonde aan dat verzoeken om euthanasie vaak voorkomen uit onwetendheid over mogelijke alternatieven, zoals palliatieve zorg. „Patiënten goed voorlichten over de mogelijkheden van palliatieve zorg is van het grootste belang”, aldus Heij. „Het maakt de weg vrij voor een gesprek tussen patiënt en arts over de laatste levenfase, waarbij de eindigheid van het leven wordt aanvaard en de beschermwaardigheid van het menselijk leven wordt gerespecteerd.”